In memoriam prof.dr.W.Noordenbos.

D. van der Werf
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1990;134:879
Download PDF

artikel

-Wil Noordenbos, geboren op 11 augustus 1910 te Utrecht, is op 28 maart 1990 overleden na een kortstondige, foudroyant verlopende ziekte. De middelbare school doorliep hij aan Het Amsterdams Lyceum, waar hij eindexamen deed in 1928. Daarna volgde hij een jaar de studie geneeskunde aan de Gemeente Universiteit van Amsterdam en ging vervolgens naar Edinburgh, waar hij de studie voltooide en een aanvang maakte met zijn specialisatie tot chirurg en later tot neurochirurg. Zijn grote leermeester aldaar was Norman Dott. Het gevoel dat de oorlog naderde en dat hij in zijn eigen land moest zijn, bracht hem in 1939 naar Nederland terug waar hij zijn specialisatie voltooide bij Lenshoek. Toen deze in 1954 naar Indonesië vertrok, kreeg hij de leiding van de neurochirurgische afdeling in het Wilhelmina Gasthuis te Amsterdam. In 1959 promoveerde hij cum laude op het proefschrift ‘Pain’. Kort daarna werd hij benoemd tot lector in de neurochirurgie aan de Universiteit van Amsterdam. Hij maakte de neurochirurgie tot zelfstandige vakgroep en afdeling. In 1965 werd hij benoemd tot hoogleraar, welk ambt hij bekleedde tot zijn emeritaat in 1976. Naast vele studies, voordrachten en publikaties op ander terrein, heeft hij zich toch zijn gehele leven vooral gewijd aan de studie van het fenomeen pijn. Met het watje en de speld onderzocht hij uiterst geduldig en nauwkeurig de sensibiliteit van ontelbare patiënten en proefpersonen. De proefschriften van een aantal van zijn leerlingen waren aan ditzelfde onderwerp gewijd. Hij was een hooggewaardeerd lid van de International Society for the Study of Pain. Zijn ideeën waren zeer fundamenteel en brachten hem soms in conflict met grote alom erkende neurofysiologen.

De belangrijkste reden voor deze studie van de pijn was volgens zijn eigen zeggen ‘een gevoel van verantwoordelijkheid tegenover de patiënt om de indicaties en de gevolgen van de pijnchirurgie te begrijpen’. Dit gevoel voor verantwoordelijkheid, ongetwijfeld geërfd van zijn vader, beroemd hoogleraar-chirurg te Amsterdam, was zijn leven lang de grote drijfveer voor al zijn daden zowel tegenover zijn patiënten in de kwaliteit van zijn operatieve en niet-operatieve zorg als bij de opleiding van studenten en assistenten. Hij was in 1954 medeoprichter van de Neurochirurgische Studieclub: een kritisch gezelschap van afdelingshoofden neurologen en neurochirurgen. Naast een toegewijde zorgvuldige dokter, een zeer kritisch onderzoeker en een geduldig leermeester, was hij een kalm en betrouwbaar leider van de kliniek. Hij deed dit op dezelfde wijze als hij schipper was op zijn zeiljacht. Schip en bemanning werden rustig en volgens plan geleid over zeeën en later over oceanen. Naast leider was hij ook vriend voor patiënten, voor medewerkers en voor vele mensen van allerlei pluimage. De laatste jaren werd hij geteisterd door de ziekte van Parkinson, waaronder hij ernstig leed, echter zonder te klagen.

Afscheid doet pijn. Afscheid van zo'n bijzondere man doet veel pijn. Zoals hij zelf schreef: ‘Pain is experienced when stimuli whatever their nature exceed certain limits’. Moge de pijn van zijn kinderen en van haar die alle jaren lief en leed met hem deelde, verzacht worden door de tegenstimulus van het intens gevoel van dankbaarheid dat bij al zijn vrienden en medewerkers achterblijft.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties