Samenvatting
Doel
Inventariseren van bloedtransfusie-incidenten in de regio Zuidwest-Nederland (circa 3,5 miljoen inwoners), waar per 1 januari 2001 een regionaal meldingssysteem voor transfusiereacties was ingevoerd.
Opzet
Prospectief, beschrijvend.
Methode
In de periode 1 januari-31 december 2001 rapporteerden de 22 ziekenhuizen op vrijwillige basis bijwerkingen en complicaties van transfusies aan de bloedbank. Alle meldingen werden geanonimiseerd en ingedeeld in 14 verschillende categorieën.
Resultaten
Er werden 119 incidenten gemeld. Deze werden ingedeeld in de volgende categorieën: transfusie van een verkeerde bloedcomponent (n = 8), temperatuurstijging van 1-2°C (n = 14), niet-hemolytische koorts > 2°C (n = 36), acute hemolytische transfusiereactie (n = 3), vertraagde hemolytische transfusiereactie (n = 18), allergische reactie (n = 11), bacteriële besmetting (n = 3), transfusiegerelateerde acute longbeschadiging (n = 1), bijna-ongeluk (n = 6), productincidenten (n = 19). Er waren geen meldingen in de categorieën: anafylactische reactie, posttransfusiepurpura, door transfusie verworven virale infectie, en transfusiegerelateerde ‘graft-versus-host’-ziekte. In hetzelfde jaar van hemovigilantie waren ongeveer 158.000 bloedproducten door de bloedbank uitgegeven. Er werd een complicatiefrequentie van 1:700 bloedproducten berekend. Naar schatting 53 van alle incidenten was gemeld.
Conclusie
Ondanks alle veiligheidsmaatregelen komen ernstige bijwerkingen en complicaties nog steeds voor. Een goed functionerend systeem van hemovigilantie kan bijdragen aan de kennis omtrent transfusie-incidenten. Door toepassing van deze kennis in de scholing over bloedtransfusie en in de preventie en therapie van transfusiereacties kunnen de veiligheid en de kwaliteit van bloedtransfusie worden verbeterd.
Reacties