Samenvatting
Drie meisjes met het Rett-syndroom (RS) worden beschreven. Patiënten A en B hadden zich aanvankelijk normaal ontwikkeld, patiënt C toonde al vanaf de geboorte een ernstig vertraagde ontwikkeling. Bij alledrie ontstonden stereotype handenbewegingen, die deden denken aan RS. Op klinische gronden werden respectievelijk gediagnosticeerd: klassiek RS (A), variante vorm (‘forme fruste’) (B) en congenitale variant (C). Bij patiënten A en B werd de klinische diagnose een aantal jaren later bevestigd door DNA-onderzoek; er waren mutaties in het MECP2-gen. Bij patiënt C werd een zogenaamde neutrale variant als mutatie gevonden. RS is een X-gebonden ontwikkelingsstoornis die vooral bij meisjes voorkomt. Bij 70-90 van de patiënten wordt een mutatie gevonden. MECP2-mutaties leiden tot meer fenotypen dan klassiek RS. Ook bij jongens komen mutaties in het gen voor, met of zonder een Rett-achtig fenotype.
Reacties