Samenvatting
Doel
Nagaan of inkomen samenhangt met variatie in de sociale uitsluiting van chronisch zieken.
Opzet
Descriptief.
Methode
Bij 223 chronisch zieken die waren opgespoord via patiëntenverenigingen, huisartsen en poliklinieken werd gedurende een periode van 7 maanden (oktober 2003-april 2004) 4 maal een huisbezoek afgelegd en een gestructureerd interview afgenomen. Door uitval was het aantal metingen op de 4 meetmomenten respectievelijk 176, 143 en 105. Sociale uitsluiting werd gemeten met behulp van de subschaal ‘Autonomie buitenshuis’ van de ‘Impact op participatie en autonomie’-vragenlijst. De somscore liep van 5 (weinig sociale uitsluiting) tot en met 25 (veel sociale uitsluiting). Ter verklaring van een eventueel inkomenseffect werden verschillende andere kenmerken van de patiënten toegevoegd aan het rekenmodel: type primaire aandoening (reuma, multiple sclerose, longemfyseem, overige), duur van de primaire aandoening, comorbiditeit, opleidingsniveau, al dan niet betaald werk of vrijwilligerswerk verrichten, al dan niet samenwonen met een partner, ervaren gezondheid, het fysieke functioneren, het sociale functioneren, het mentale functioneren en de ervaren pijn. De gegevens werden geanalyseerd met ‘multilevel’ herhaalde regressieanalyse.
Resultaten
Een laag inkomen ging samen met sociale uitsluiting op de 4 meetmomenten. De regressiecoëfficiënt van inkomen was –1,47 (95-BI: –2,28- –0,65) en gaf aan dat de score op de maat voor sociale uitsluiting met 1,47 daalde bij iedere inkomensstijging van € 544,– (= 1 × SD) netto per maand. Het verband kon niet verklaard worden door de andere patiëntkenmerken, zelfs niet door een laag opleidingsniveau.
Conclusie
Zorgondersteuning ter voorkoming van sociale uitsluiting van chronisch zieken dient men voldoende ten goede te laten komen aan degenen die te weinig middelen bezitten om deze zelf te organiseren.
Ned Tijdschr Geneeskd 2005;149:1898-902
Reacties