Samenvatting
Doel
Inzicht geven in de aard en het aantal van de klachten, de klagers en de aangeklaagden en de getroffen maatregelen in de Nederlandse medische tuchtrechtspraak.
Opzet
Descriptief retrospectief onderzoek. Plaats. Inspectie voor de Gezondheidszorg, Rijswijk, Amsterdam.
Methode
Alle uitspraken (n = 5333) van de 5 medische tuchtcolleges in eerste aanleg in de periode 1983-1992 en de bijbehorende beroepszaken werden onderzocht op basis van gegevens van de Hoofdinspecteur. Tevens werden gegevens verzameld over de aantallen beroepsbeoefenaren in de betreffende periode bij de Hoofdinspectie, de KNMG en het Centraal Bureau voor de Statistiek. Bestudeerd werden: jaar van uitspraak, aantal en aard van de klachten, soort klagers, categorieën van aangeklaagde beroepsbeoefenaren, aard van de uitspraken, aantal beroepszaken en wijzigingen in de uitspraak.
Resultaten
Het aantal klachten verdubbelde in de onderzoeksperiode van 370 tot 720 per jaar. De meeste klachten (92) waren tegen artsen gericht; daarbij bleken grote verschillen tussen de klinische specialismen te bestaan. Een groot deel van de klachten betrof ‘geen of onvoldoende zorg’ (27) of ‘onjuiste behandeling’ (22). Van alle klachten leidde 20 tot een maatrgel, meestal een waarschuwing (67). Tegen 29 van de uitspraken werd beroep aangetekend. Er waren 22 definitieve ontzeggingen.
Conclusies
Er werd in het verloop van de onderzoeksperiode meer, maar niet lichtvaardiger geklaagd. Het effect van het medisch tuchtrecht op de kwaliteit van zorg is nog onvoldoende onderzocht.
Reacties