Samenvatting
In de huidige systemen om kwaliteit van zorg te waarborgen ligt het accent sterk op externe controle van professionals. Wij gingen op zoek naar een manier om de intrinsieke motivatie van medische professionals aan te spreken en de betekenis te achterhalen die zij aan ‘goed werk’ geven. Dit werd gedaan met behulp van reflectieve sessies met de ‘gereedschapskist’ GoedWerk: in 4 sessies reflecteerden 3 verschillende groepen medische professionals in een umc (afdelingshoofden, arts-assistenten en coassistenten) over de thema’s excellentie, morele verantwoordelijkheid en persoonlijke betrokkenheid. In de sessies wisselden de deelnemers praktijkverhalen uit. Het meest centrale thema was morele verantwoordelijkheid met de daarbij horende dilemma’s. De sessies leidden tot onderlinge er- en herkenning, inspiratie en motivatie. Het bespreken van betekenisvolle praktijkverhalen is te beschouwen als een leermoment; het versterkt de professionele identiteit en stimuleert de intrinsieke motivatie. Meer ruimte voor deze vorm van reflectie zou de balans met externe controlesystemen kunnen herstellen.
Professionals en hun kernwaarden
Het is opmerkelijk en waardevol dat het NTvG een artikel plaatst van de hand van opleiders van medisch specialisten over praktijkverhalen en intrinsieke motivatie. De huisartsgeneeskunde is altijd al gebaseerd op verhalen van patiënten, die vanwege de continuïteit van de arts patiënt relatie vaak tientallen jaren overbruggen. De specialist ouderengeneeskunde heeft vaak intensieve contacten in de laatste levensfase waarin verhalen van patiënten en familieleden richting geven aan het medisch handelen. In de opleiding tot huisarts en specialist ouderengeneeskunde (SO) is het gebruik van verhalen van patiënten in het onderwijs al jaren usance. Het sluit hierbij aan bij de in het artikel genoemde narratieve geneeskunde. Omdat het om betekenisvolle verhalen gaat, gaat het hierbij ook om reflectie op wat de filosofe Hannah Arendt “handelen’ noemt. Handelen is dat deel van ons werk dat niet door een ander gedaan kan worden,waarin expressie plaatsvindt, waarin we onszelf uitdrukken en waarin we vervulling vinden.
Beide opleidingen kennen een wekelijkse terugkomdag, waarbij de eerste 1,5 uur besteed wordt aan ervaringen van aios met de verhalen van de patiënt. De aios brengt deze in de groep in, formuleert daarbij een vraag en krijgt feedback van zijn peers en docenten. Men leert van elkaars verhalen! Naast het verhaal van de patiënten is er natuurlijk ook het verhaal van de dokter; dit verhaal maakt hoe de dokter denkt, welke morele en ethische waarden zij heeft en hoe zij in haar professie staat. Deze eigenschappen van de dokter maken hoe zij zich verhoudt tot het verhaal van de patiënten; hoe beter de dokter zijn eigen verhaal kent, hoe professioneler zij zal handelen. Reflectie hierop gebeurt in de supervisie: wat voor soort huisarts/SO ben ik en hoe wil ik in dit beroep staan? Onderwerpen van supervisie zijn veelal van moreel/ethische aard: levenseinde problematiek,omgaan met moeilijke patiënten, autonomie van de patiënt,maar ook hoe voorkom ik burn-out en zorg ik voor goede balans privé en werk. In aios enquête wordt supervisie als onderdeel van de opleiding zeer hoog gewaardeerd! Zoals de schrijvers al zeggen: het is niet eenvoudig om ruimte te vinden voor dergelijke tijdrovende initiatieven zonder “harde” resultaten In de huisarts- en SO-opleiding zijn we zeer tevreden met een wekelijkse terugkomdag en de supervisie; het is de uitdaging aan onze collega’s in de kliniek om voor patiëntenverhalen en reflectie op het eigen verhaal van de dokter voldoende tijd in te ruimen.
Drs Lidwien Bernsen, huisarts en hoofd huisartsenopleiding
Drs Paul Geelen, specialist ouderengeneeskunde en docent VOSON
Dr Nynke Scherpbier,huisarts en(adjunct) hoofd Unit eerstelijns vervolgopleidingen.
Universitair Medisch Centrum St Radboud Eerstlijnsgeneeskunde