Medisch-wetenschappelijk onderzoek bij ouderen in Nederland; historische mijlpalen en methodologische problemen

Onderzoek
M.G.M. Olde Rikkert
G.M. van Heteren
W.H.L. Hoefnagels
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1998;142:401-5
Abstract

Samenvatting

Doel

Nagaan van de methodologische ontwikkeling van het medisch-wetenschappelijk onderzoek bij ouderen in Nederland.

Opzet

Inventariserend en beschrijvend.

Plaats

Katholieke Universiteit Nijmegen.

Methode

Als eerste bron van gegevens werden jaargangen van het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde gebruikt, vanaf zijn oprichting in 1857 tot 1983. Geselecteerd werden die publicaties waarmee belangrijke methodologische vernieuwingen werden geïntroduceerd. Bovendien werden 6 vooraanstaande onderzoekers uit de recente geschiedenis van de Nederlandse geriatrie geïnterviewd over de methodologische ontwikkeling van het ouderenonderzoek en de methodologische problemen in hun eigen onderzoek.

Resultaten

De eerste onderzoekingen bij ouderen werden uitgevoerd aan het einde van de vorige eeuw; ze betroffen met de leeftijd samenhangende ziekten zoals benigne prostaathypertrofie, presbyacusis en seniele dementie. Nieuwe diagnostische methoden, zoals de elektrocardiografie, en nieuwe onderzoeksmethoden, zoals dubbelblind gerandomiseerd onderzoek, werden pas geruime tijd na hun introductie gevalideerd en toegepast bij oudere patiënten. De ontwikkeling van een vragenlijst die gericht was op de gezondheid van ouderen, de introductie van het concept ‘algemene dagelijkse levensverrichtingen’ en de invoering van diagnostische instrumenten in de psychogeriatrie waren belangrijke stappen op de weg naar het huidige wetenschappelijk onderzoek in de geriatrie. Vanaf de aanvang van het ouderenonderzoek maakten onderzoekers melding van methodologische problemen die ook nu nog een belangrijke rol spelen en die worden veroorzaakt door karakteristieke eigenschappen van geriatrische patiënten: geringe belastbaarheid, frequent voorkomende comorbiditeit, het gelijktijdig vóórkomen van problemen op lichamelijk, psychisch en sociaal terrein en de grote interindividuele verschillen.

Auteursinformatie

Academisch Ziekenhuis, afd. Klinische Geriatrie, Postbus 9101, 6500 HB Nijmegen.

M.G.M.Olde Rikkert, assistent-geneeskundige; prof.dr.W.H.L.Hoefnagels, klinisch geriater.

Katholieke Universiteit, vakgroep Ethiek, Filosofie en Geschiedenis van de Geneeskunde, Nijmegen.

Mw.G.M.van Heteren, arts-medisch historicus.

Contact M.G.M.Olde Rikkert

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties