Medisch werk onder barre omstandigheden. De Nederlandse Stichting voor Leprabestrijding

Perspectief
J.M. Spanjer
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1991;135:2183-5

‘Tot het eind van deze eeuw zie ik ons nog wel Nederlandse artsen uitzenden om de leprabestrijding in ontwikkelingslanden te helpen organiseren. Daarna zullen de landen in staat moeten zijn de leprabestrijding met eigen gekwalificeerde mensen aan te pakken. Dan zal onze rol beperkt blijven tot het ter beschikking stellen van medicijnen, transportmiddelen en ander materieel.’ Deze voorspelling doet oud-minister drs.Jan de Koning, voorzitter van de Nederlandse Stichting voor Leprabestrijding (NSL), in het jaarverslag over 1991.

Het goede nieuws van de in 1991 25 jaar oude NSL is dat het aantal leprapatiënten terugloopt en dat de sinds 1982 door de WHO aanbevolen ‘multiple drug therapy’ (MDT) goed aanslaat. Het slechte(re) nieuws is dat de kans om oude of nieuwe leprapatiënten vroegtijdig op te sporen kleiner wordt. De financiële en logistieke inspanning die het vergt om in de meest afgelegen gebieden van de wereld een behoorlijk functionerende leprabestrijding van de grond…

Auteursinformatie

Mw.drs.jur.J.M.Spanjer, journalist, Plantage Middenlaan 1, 1018 DA Amsterdam.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties