Een onderzoek naar kwaliteit en spreiding

Medisch-psychiatrische units in Nederland

Onderzoek
Maarten A. van Schijndel
Luc A.W. Jansen
Petra J. Caarls
Frank van ’t Veer
André I. Wierdsma
Jeroen D.H. van Wijngaarden
Jeroen A. van Waarde
Jan J. van Busschbach
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2017;161:D890
Abstract

Samenvatting

Doel

Een van de speerpunten van de geestelijke gezondheidszorg is ziekenhuiszorg voor patiënten met psychiatrische comorbiditeit. In 2014 publiceerde de Nederlandse Vereniging voor Psychiatrie tien veldnormen voor medisch-psychiatrische units (MPU’s). Wij inventariseerden het Nederlandse zorgaanbod aan de hand van deze veldnormen.

Opzet

Telefonische screening, gevolgd door een vragenlijstonderzoek.

Methode

In de periode mei-augustus 2015 werden psychiaters in 90 Nederlandse ziekenhuizen telefonisch benaderd met 4 screeningsvragen. Als de afdeling beantwoordde aan de screeningscriteria voor een MPU, volgde een gestructureerd interview met 51 vragen. Het interviewscript was getoetst aan de veldnormen met behulp van de Delphi-methode.

Resultaten

Uit de screening kwamen 40 afdelingen naar voren die als MPU gekwalificeerd konden worden; daarvan namen er 37 (92,5%) deel aan het volledige interview. De MPU-zorg is ongelijkmatig verdeeld over het land. Geen enkele afdeling voldeed aan alle veldnormen, al was de score relatief goed op deelcriteria die de inhoud van de zorg betreffen. De voornaamste tekortkomingen waren het ontbreken van vooral somatische zorgvoorzieningen, geen continue beschikbaarheid van somatische verpleegkundige expertise, onvoldoende kennis van psychiatrische problematiek bij somatisch specialisten en het ontbreken van ketenzorgafspraken.

Conclusie

MPU’s zijn ongelijk verdeeld over het land; de inhoud van de zorg is adequaat, maar scholing, nauwere multidisciplinaire samenwerking en somatische verpleegkundige expertise tijdens elke dienst kunnen de zorg op MPU’s verbeteren. De afdelingen zouden ook meer werk moeten maken van ketenzorgafspraken. De veldnormen zijn te streng gesteld; deze kunnen verbeterd worden door vast te stellen wat noodzakelijke zorg is en een gedifferentieerde weging van deelcriteria toe te passen.

Auteursinformatie

Erasmus MC, afd. Psychiatrie, Rotterdam.

Drs. M.A. van Schijndel, psychiater (tevens Rijnstate, afd. Psychiatrie, Arnhem); drs. L.A.W. Jansen, expert zorginkoop (tevens Zilveren Kruis, Utrecht); drs. P.J. Caarls, arts-onderzoeker; F. van ’t Veer, BSc, student geneeskunde; dr. A.I. Wierdsma, methodoloog; prof.dr. J.J. van Busschbach, medisch psycholoog.

Erasmus Universiteit, Instituut Beleid en Management Gezondheidszorg, Rotterdam.

Dr. J.D.H. van Wijngaarden, universitair hoofddocent.

Rijnstate, afd. Psychiatrie, Arnhem.

Dr. J.A. van Waarde, psychiater.

Contact drs. M.A. van Schijndel

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Verantwoording

Dit project ontving een promotiesubsidie van Medical Research Advisory Committee (Mrace) Erasmus MC, toegekend in 2012 aan M.A. van Schijndel. Het Netwerk Kwaliteitsontwikkeling GGz kende aan M.A. van Schijndel, J.G. Lijmer, J.A. van Waarde en A.D. Boenink een subsidie toe voor de totstandkoming van de ‘Generieke module ziekenhuispsychiatrie’.

Auteur Belangenverstrengeling
Maarten A. van Schijndel ICMJE-formulier
Luc A.W. Jansen ICMJE-formulier
Petra J. Caarls ICMJE-formulier
Frank van ’t Veer ICMJE-formulier
André I. Wierdsma ICMJE-formulier
Jeroen D.H. van Wijngaarden ICMJE-formulier
Jeroen A. van Waarde ICMJE-formulier
Jan J. van Busschbach ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties