Samenvatting
- Bij een ernstige infectieziekte neemt het verdelingsvolume toe; de nierfunctie neemt meestal af, maar kan aanvankelijk toenemen.
- Van geneesmiddelen met een smalle therapeutische breedte die renaal worden geklaard moet de dosis meestal worden verlaagd of deze middelen moeten tijdelijk worden gestopt.
- Bij antibiotica die renaal worden geklaard moet men bedacht zijn op te lage bloedspiegels, zeker in het begin van de ziekte.
- Diuretica en RAAS-remmers worden meestal gestopt; bètablokkers worden indien mogelijk gecontinueerd, terwijl statines meestal gecontinueerd kunnen worden.
- Paracetamol kan meestal gegeven worden, maar NSAID’s zijn vrijwel altijd gecontra-indiceerd.
- Bij chronisch glucocorticoïdgebruik moet een stressschema voorgeschreven worden.
- Er zijn geen aanwijzingen dat het stoppen van immunosuppressiva gunstig is.
- Trombocytenaggregatieremmers en directe orale anticoagulantia worden voortgezet, terwijl het gebruik van coumarines gemonitord moeten worden.
Artikelinformatie
Aanvaard op
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2020;164:D5039
Vakgebied
Reacties