Samenvatting
Doel
Verband bepalen tussen gebruik van antistollingsmiddelen en massale intraoculaire bloeding bij patiënten met leeftijdsgebonden maculadegeneratie.
Opzet
Retrospectief patiënt-controleonderzoek.
Methode
Bij 50 opeenvolgende patiënten met een massale bloeding bij leeftijdsgebonden maculadegeneratie en bij een controlegroep van 50 opeenvolgende patiënten met exsudatieve maculadegeneratie en een kleine subretinale bloeding door een choroïdale neovascularisatie, werd het gebruik van antistolling nagegaan.
Resultaten
Er was een significant verschil in het gebruik van anticoagulantia (fenprocoumon) tussen de beide groepen. Het verschil in het gebruik van trombocytenaggregatieremmers (acetylsalicylzuur) was niet significant. Patiënten met exsudatieve maculadegeneratie en een massale bloeding gebruikten 11,6 (oddsratio) keer zo vaak anticoagulantia. Het bleek dat meer dan 50 van de patiënten die anticoagulantia gebruikten in de bloedingsgroep, hiermee kon stoppen.
Conclusie
Anticoagulantia bleken een significante risicofactor te zijn voor een massale intraoculaire bloeding bij patiënten met exsudatieve leeftijdsgebonden maculadegeneratie. Artsen die anticoagulantia voorschrijven, zouden geïnformeerd moeten zijn over de oogheelkundige status van de patiënt. In het geval van exsudatieve maculadegeneratie moeten anticoagulantia alleen voor absolute indicaties worden voorgeschreven.
Reacties