In deze serie schenken we aandacht aan mensen die 100 jaar geleden probeerden om het onvoorstelbare lijden van soldaten en burgers in de Grande Guerre te verlichten. De aandoeningen die ontstonden in de loopgraven en de industriële oorlogsvoering, dwongen hen te zoeken naar creatieve oplossingen. Hiermee staan zij aan de basis van de moderne geneeskunde.
Samenvatting
Marie Curie-Skłodowska (1867-1934) was bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog (WOI) al een bekende wetenschapper, die met 2 Nobelprijzen was bekroond, een voor de Scheikunde en een voor de Natuurkunde. Tijdens de oorlog zette zij zich met haar dochter Irène in voor het gebruik van mobiele röntgenapparatuur in de zorg voor oorlogsgewonden. Met een ‘petite Curie’, een auto die via een dynamo de röntgenbuis aandreef, bezocht zij het front in Frankrijk en België; er werden 20 van dergelijke petites Curies gebruikt. Naar schatting zijn er gedurende WOI 1,2 miljoen gewonden radiologisch onderzocht. Tevens gaf ze onderwijs aan vrouwen die de apparatuur bedienden, de zogenoemde ‘manipulatrices’. Na WOI richtte ze zich weer op de ontwikkeling van het Institut du Radium, het huidige Institut Curie in Parijs.
Reacties