Samenvatting
Doel
Evalueren van het diagnostisch traject en de chirurgische spermawinning bij mannen met vermeende obstructieve azoöspermie en kinderwens.
Opzet
Descriptief, retrospectief.
Methode
Bij 93 mannen met vermeende obstructieve azoöspermie werd in de periode 1 april 1999-31 december 2001 chirurgisch zaad verkregen met percutane epididymale sperma-aspiratie (PESA). Bij iedere patiënt werd tegelijkertijd een testisbiopt afgenomen om de Johnsen-score te bepalen (een score ≥ 8 komt overeen met een normale spermatogenese). Indien mogelijk werd cryopreservatie toegepast. Nagegaan werden de bevindingen van PESA en van de testisbiopsie.
Resultaten
Bij 76 patiënten (82) werd met PESA epididymaal, motiel zaad verkregen. Hun mediane Johnsen-score op het testisbiopt was 9,1 (uitersten: 7,4-10). Bij 73 van hen was de Johnsen-score ≥ 8. Bij de 17 patiënten (18) bij wie geen zaad werd gevonden bij PESA, was de mediane Johnsen-score 5,8 (uitersten: 2-9,8). Epididymaal zaad werd niet gevonden bij een testisvolume < 15 ml. Bij alle 28 patiënten met vasectomie in het verleden werd motiel zaad gevonden en een Johnsen-score ≥ 8. Bij 23 van de 24 patiënten met congenitale bilaterale agenesie van de ductus deferens (CBAVD) was de Johnsen-score ≥ 8. Cryopreservatie was mogelijk bij 45 (59) van de totale groep en bij 5 (35) van de 13 patiënten met een onbegrepen oorzaak voor de obstructieve azoöspermie.
Conclusie
Bij mannen met vermeende obstructieve azoöspermie bij wie met PESA zaad werd gevonden, gaf een diagnostisch testisbiopt geen relevante aanvullende informatie over de spermatogenese. Na vasectomie was er steeds een goede spermatogenese. CBAVD-patiënten hadden waarschijnlijk op zijn minst focale haarden met normale spermatogenese. Bij een onbegrepen obstructie was er minder vaak spermawinning en bij spermawinning was er minder vaak cryopreservatie mogelijk.
Reacties