Mammasparende therapie: kortere behandelingsduur door peroperatief plaatsen van iridiumgeleidenaalden

– In the Deventer Radiotherapeutic Institute from January 1981 through December 1989, 359 patients who had undergone a breast-saving operation were irradiated. Since 1987, iridium guiding needles were introduced peroperatively in 79 of these patients. Subsequently, irradiation was administered. With this method the total duration of treatment was 16 days shorter on average than in patients who postoperatively were treated with iridium or external irradiation; also, the patients treated peroperatively needed only to be anaesthetized once. In addition, better positioning of the needles was possible, reducing the risk of faulty localization. The follow-up was short but the preliminary results of the treatment were good (one local recurrence after an average follow-up of 20 months) and no adverse effect on wound healing was seen.

Samenvatting

In het Radiotherapeutisch Instituut Stedendriehoek en Omstreken te Deventer werden van januari 1981 tot en met december 1989 359 patiënten die een mammasparende operatie hadden ondergaan, behandeld met radiotherapie. Sinds 1987 werden bij 79 van deze patiënten peroperatief iridiumgeleidenaalden ingebracht. Daarna vond de bestraling plaats. Met deze methode was de totale behandelingsduur gemiddeld 16 dagen korter dan bij de patiënten die na de operatie een behandeling met iridium of uitwendige bestraling kregen; bovendien behoefden de peroperatief behandelde patiënten slechts eenmaal onder narcose te worden gebracht. Tevens was er een betere positionering van de naalden mogelijk, zodat er minder kans bestond op foutieve lokalisatie. De follow-up-duur was kort, maar de voorlopige resultaten van de behandeling waren goed (1 lokaal recidief na een gemiddelde follow-up-duur van 20 maanden) en er werd geen nadelig effect op de wondgenezing geconstateerd.