Inleiding
Het syndroom maligne hyperthermie (MH), voor het eerst in 1960 beschreven,1 is een complicatie van narcose bij daarvoor gevoelige personen. Het wordt gekenmerkt door een stijging van lichaamstemperatuur, gepaard gaande met spierrigiditeit, cardiovasculaire symptomen zoals tachycardie en cyanose van de huid en respiratoire symptomen zoals tachypnoe en verhoogde CO2-produktie. De lichaamstemperatuur kan snel stijgen: van 5°C per uur tot 1°C per vijf minuten.23 Tijdens de crisis is er een gecombineerde metabole en respiratoire acidose en een verstoring van de elektrolytenbalans; later is o.a. het creatine-kinasegehalte van het serum verhoogd.
Het syndroom doet zich voor bij daartoe gepredisponeerde personen in aansluiting aan een narcose waarbij het depolariserende spierrelaxans succinylcholine en (of) het inhalatie-anestheticum halothaan worden toegepast. Andere anesthetica kunnen echter ook een MH-crisis veroorzaken. Opmerkelijk is dat MH-gevoelige personen soms narcoses kunnen doormaken zonder dat een crisis ontstaat.
MH kan onmiddellijk na het inleiden, tijdens…
Reacties