In de serie ‘Juridische vraag’ geeft een jurist antwoord op een vraag waarvoor artsen in de praktijk vaak worden gesteld.
artikel
Vraag
Mag ik ook familieleden en vrienden behandelen?
Juridische achtergrond
Als arts wordt u ongetwijfeld met enige regelmaat informeel geraadpleegd door familieleden en vrienden. Het is namelijk wel zo handig om even een vraag te kunnen stellen aan een bekende arts over bijvoorbeeld een huidplekje of de bijwerkingen van een geneesmiddel. Sommige naasten vragen u wellicht ook weleens om een recept, een verwijzing of een soort second opinion. Daarnaast zijn er familieleden en vrienden die zich eenmalig of structureel door u wensen te laten behandelen, al dan niet nadat ze bij u zijn ingeschreven als patiënt. Mag u op dergelijke verzoeken ingaan? Zijn er situaties waarin dat geen probleem is of waarin dat juist absoluut niet kan? Kortom, mag u de officiële of officieuze behandelaar van familieleden en vrienden zijn?
Er is geen wet die het behandelen van familieleden en vrienden expliciet verbiedt. Maar behoudens noodsituaties wordt het behandelen van naasten sterk afgeraden.
De professionele verantwoordelijkheid van een arts vormt volgens de KNMG vaak een beletsel om familieleden en vrienden te kunnen behandelen. De arts is in die situaties namelijk niet altijd in staat om voldoende professionele distantie te bewaren, aldus de KNMG in haar standpunt ‘Niet-aangaan of beëindiging van de geneeskundige behandelingsovereenkomst’.1
Ook de tuchtrechter benadrukt dat het behandelen van familieleden en vrienden officieel niet is verboden, maar beklemtoont keer op keer dat een arts zich ook in die situaties steeds als professional dient te gedragen. Een arts moet daarom een grote mate van terughoudendheid betrachten bij behandelverzoeken van familieleden en vrienden. Gaat een arts toch in op zo’n verzoek, dan benadrukt de tuchtrechter dat een arts goed zijn professionele grenzen moet bewaken, dat wil zeggen: geen dingen moet doen of laten als professional omdat hij ook een familie- of vriendschapsband heeft met de betrokkene.
Tot slot is de IGZ evenmin voorstander van artsen die familieleden en vrienden behandelen. In zaken die zij aanbrengt bij het tuchtcollege waarschuwt de IGZ voor rolvermenging, dat wil zeggen: het door elkaar halen van de rol van professional en naaste. Uit de zaken die de IGZ aan de tuchtcolleges heeft voorgelegd en uit andere zaken waarover de tuchtrechter zich heeft moeten buigen, blijkt dat het in de praktijk lastig is de rol van professional en naaste goed te scheiden, met soms hooglopende ruzies en andere ellende tot gevolg.
Valkuilen
Mocht u toch besluiten familieleden en vrienden te gaan behandelen, dan gelden voor u dezelfde professionele verplichtingen als jegens andere patiënten. Ook met betrekking tot naasten geldt een dossierplicht, dient u goed te informeren en toestemming te vragen voor onderzoek of een behandeling, en moet de continuïteit van zorg zijn gewaarborgd. En denkt u eraan dat u jegens andere familieleden en vrienden een geheimhoudingsplicht heeft, ook al was het daarvoor de gewoonte binnen de groep dat iedereen elkaars gezondheidsproblemen besprak.
Sommige behandelrelaties met naasten zijn eigenlijk volstrekt onverenigbaar met uw rol als familielid of vriend. Zo vraagt u om problemen als u naasten gaat behandelen met relatieproblemen terwijl u de partner ook goed kent, of met andersoortige problemen waarbij u of andere van uw naasten zijn betrokken. Als familielid of vriend mag u bij een euthanasieverzoek niet als consulent optreden; een consulent moet volgens de wet immers ‘onafhankelijk’ zijn. Maar als familielid of vriend kunt u ook moeilijk zelf optreden als de arts die de euthanasie uitvoert; rolvermenging is haast niet te voorkomen.
Uw professionele verantwoordelijkheid wordt eveneens flink op de proef gesteld wanneer u ingaat op de wens van een naaste om als een informele medebehandelaar op te treden, bijvoorbeeld door extra pijnmedicatie voor te schrijven of door onderzoek aan te vragen zonder medeweten van de hoofdbehandelaar. Mocht u daartoe al bereid zijn, stem dit dan af met de hoofdbehandelaar en doe vooral geen dingen achter zijn rug om.2
Het getuigt evenmin van professioneel handelen om van familieleden en vrienden een andere vorm van beloning te ontvangen dan een rekening.
Antwoord
Het is artsen niet met zoveel woorden verboden om familieleden en vrienden te behandelen. Maar de KNMG, de tuchtrechter en de IGZ dringen er terecht op aan dit – behoudens noodsituaties – niet te doen. De risico’s op rolvermenging zijn legio, zeker bij relatieproblemen of zaken die u of anderen in uw omgeving persoonlijk raken. Als u er toch voor kiest een naaste te behandelen, weest u zich dan altijd bewust van uw rol als professional. Voorkom dat u een naaste gaat behandelen zonder medeweten van de hoofdbehandelaar en weet dat u als naaste voor sommige gezondheidsproblemen écht niet de aangewezen behandelaar bent.
Literatuur
Doppegieter RMS, van Meersbergen DYA. Niet-aangaan of beëindiging van de geneeskundige behandelingsovereenkomst, versie 3.0. Utrecht: KNMG;2005.
Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Den Haag, 7 maart 2017, nr. 2016/226, ECLI:NL:TGZRSGR:2017:34.
Reacties