Meta-analyses zijn niet meer weg te denken uit onderzoeksland. Toch is het goed om stil te staan bij het ontstaan ervan. Aanvankelijk was het uitgangspunt om het effect van dezelfde interventie in vergelijkbare (kleine) populaties te bestuderen. Inmiddels worden meta-analyses niet alleen gebruikt voor RCT’s, maar ook voor observationele studies. Het doel is echter altijd hetzelfde gebleven: toekomstige, grotere studies overbodig maken.
In een meta-analyse die elders in dit tijdschrift wordt besproken, werd de relatie bestudeerd tussen het gebruik van maagzuurremmers en het risico op intestinale kolonisatie met multiresistente micro-organismen, op basis van de resultaten van 26 observationele studies.1 In de primaire meta-analyse van 12 studies met 22.305 patiënten bleek dat het gebruik van maagzuurremmers gerelateerd was aan een 74% hogere odds op dragerschap van Enterobacteriaceae en vancomycine-resistente enterokokken (oddsratio (OR): 1,74; 95%-BI: 1,40-2,16), wat overeenkomt met een 9% hogere prevalentie dan in de controlegroep (10%).
Dragerschap van ESBL-producerende bacteriën
Wat betekenen de resultaten van de meta-analyse voor het dragerschap van ESBL-producerende bacteriën? In 14 studies met 17.377 patiënten werd specifiek onderzoek gedaan naar dit type bacterie. Uit de meta-analyse bleek dat het gebruik van maagzuurremmers gerelateerd was aan een 43% hogere odds op dragerschap van ESBL-producerende bacteriën (OR: 1,43; 95%-BI: 1,20-1,70), wat overeenkomt met een 7% hogere prevalentie dan in…
Reacties