Dames en Heren,
Bij ongeveer 9% van de Nederlanders zijn ruggenwervels in de lumbale wervelkolom ten opzichte van elkaar verschoven (lumbale spondylolisthesis), maar slechts in enkele gevallen treden rug- of beenklachten op, zoals neurogene claudicatio of een radiculair syndroom door compressie van de cauda equina of zenuwwortels. Patiënten met rug- of beenklachten worden eerst conservatief behandeld; bij de minderheid van de patiënten is uiteindelijk een operatie noodzakelijk om de klachten te verminderen. In dit artikel beschrijven wij een aantal ziektegeschiedenissen die kenmerkend zijn voor lumbale spondylolisthesis en de behandelopties.
Patiënt A, een 70-jarige vrouw met een blanco voorgeschiedenis, kwam op de polikliniek Neurochirurgie-orthopedie vanwege sinds 2 jaar bestaande, progressieve pijn in de rug en het rechter been in dermatoom L5. Patiënte gaf aan dat de rugklachten onder controle waren met fysiotherapie, waardoor de beenklachten momenteel op de voorgrond stonden; zij belemmerden haar in het dagelijks leven.
Bij het lichamelijk onderzoek vonden wij geen afwijkingen. De röntgenfoto en de MRI-scan van de lumbale wervelkolom toonden een defect in de wervelboog ter plaatse van de pars interarticularis (spondylolyse), wat had geresulteerd in een spondylolisthesis op wervelniveau L5-S1 (figuur 1), met een foramenstenose en compressie van de zenuwwortel L5 rechts (zie ook de video).
Wij kozen in overleg met patiënte voor een conservatieve behandeling, bestaande uit medicamenteuze pijnbestrijding met pregabaline. Bij controle na 2 maanden gaf patiënte aan dat haar beenklachten waren afgenomen. Om die reden besloten wij het conservatieve beleid te…
Reacties