Veelvoorkomend, maar zelden is een operatie nodig

Lumbale spondylolisthesis

Klinische praktijk
Inge J.M.H. Caelers
Kim Rijkers
Wouter L.W. van Hemert
Rob A. de Bie
Henk van Santbrink
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2019;163:D3769
Abstract

Dames en Heren,

Bij ongeveer 9% van de Nederlanders zijn ruggenwervels in de lumbale wervelkolom ten opzichte van elkaar verschoven (lumbale spondylolisthesis), maar slechts in enkele gevallen treden rug- of beenklachten op, zoals neurogene claudicatio of een radiculair syndroom door compressie van de cauda equina of zenuwwortels. Patiënten met rug- of beenklachten worden eerst conservatief behandeld; bij de minderheid van de patiënten is uiteindelijk een operatie noodzakelijk om de klachten te verminderen. In dit artikel beschrijven wij een aantal ziektegeschiedenissen die kenmerkend zijn voor lumbale spondylolisthesis en de behandelopties.

Patiënt A, een 70-jarige vrouw met een blanco voorgeschiedenis, kwam op de polikliniek Neurochirurgie-orthopedie vanwege sinds 2 jaar bestaande, progressieve pijn in de rug en het rechter been in dermatoom L5. Patiënte gaf aan dat de rugklachten onder controle waren met fysiotherapie, waardoor de beenklachten momenteel op de voorgrond stonden; zij belemmerden haar in het dagelijks leven.

Bij het lichamelijk onderzoek vonden wij geen afwijkingen. De röntgenfoto en de MRI-scan van de lumbale wervelkolom toonden een defect in de wervelboog ter plaatse van de pars interarticularis (spondylolyse), wat had geresulteerd in een spondylolisthesis op wervelniveau L5-S1 (figuur 1), met een foramenstenose en compressie van de zenuwwortel L5 rechts (zie ook de video).

Figuur 1
Lytische spondylolisthesis
Figuur 1 | Lytische spondylolisthesis
Sagittale röntgenfoto van de lumbale wervelkolom van patiënt A toont een defect in de wervelboog ter plaatse van de pars interarticularis (spondylolyse), met als gevolg spondylolisthesis (anterolisthesis) op wervelniveau L5-S1.

Wij kozen in overleg met patiënte voor een conservatieve behandeling, bestaande uit medicamenteuze pijnbestrijding met pregabaline. Bij controle na 2 maanden gaf patiënte aan dat haar beenklachten waren afgenomen. Om die reden besloten wij het conservatieve beleid te…

Auteursinformatie

Maastricht University, CAPHRI School for Public Health and Primary Care, Maastricht: drs. I.J.M.H. Caelers, promovendus neurochirurgie (tevens: Zuyderland Medisch Centrum, afd. Neurochirurgie, Sittard-Geleen en Heerlen); prof.dr. R.A. de Bie, klinisch epidemioloog (tevens: afd. Epidemiologie). Zuyderland Medisch Centrum, Sittard-Geleen en Heerlen, afd. Neurochirurgie: dr. K. Rijkers, neurochirurg (tevens: MUMC+, afd. Neurochirurgie, Maastricht); prof.dr. H. van Santbrink, neurochirurg (tevens: MUMC+, afd. Neurochirurgie, Maastricht); afd. Orthopedie: dr. W.L.W. van Hemert, orthopedisch chirurg.

Contact I.J.M.H. Caelers (inge.caelers@mumc.nl)

Belangenverstrengeling

Belangenconflict en financiële ondersteuning: geen gemeld.

Auteur Belangenverstrengeling
Inge J.M.H. Caelers ICMJE-formulier
Kim Rijkers ICMJE-formulier
Wouter L.W. van Hemert ICMJE-formulier
Rob A. de Bie ICMJE-formulier
Henk van Santbrink ICMJE-formulier
Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties