Longoperaties bij benauwde pasgeborenen

– Thirteen newborns with congenital cystic adenomatoid malformation and six with congenital lobar emphysema were operated on between 1970 en 1988. Eighteen children had more or less severe dyspnoea and (or) tachypnoea, one child presented with respiratory tract infection. The diagnosis could be made on the chest X-ray in most instances. However, diagnostic problems arose in the differentiation between congenital cystic adenomatoid malformation and congenital diaphragmatic hernia. Four times a laparotomy was done for presumed diaphragmatic hernia followed by thoracic surgery in the same session. In two children barium contrast studies of the gastrointestinal tract were done to exclude diaphragmatic hernia. Treatment consisted of lobectomy in 15 cases and segmental resection in four.

Histological examination confirmed the clinical diagnosis in all instances. The results of the operations were excellent in all patients. No short- or long-term complications occurred.

Samenvatting

Tussen 1970 en 1988 werden 13 pasgeborenen met congenitale cysteuze adenomatoïde malformatie en 6 met congenitaal lobair emfyseem geopereerd. Van de kinderen hadden er 18 min of meer ernstige dyspnoe en (of) tachypnoe, één kind kwam onder behandeling wegens een luchtweginfectie. De diagnose kon vaak gesteld worden op het beeld van de thoraxfoto. Diagnostische problemen deden zich vooral voor bij de differentiatie tussen congenitale cysteuze adenomatoïde malformatie en congenitale hernia diaphragmatica. Er werd 4 maal laparotomie verricht onder de diagnose hernia diaphragmatica waarop de thorax alsnog werd geopend; bij 2 andere kinderen werd hernia diaphragmatica uitgesloten door röntgencontrastonderzoek. De behandeling bestond uit lobectomie (15 maal) of segmentresectie (4 maal). De diagnose werd in alle gevallen bevestigd door histologisch onderzoek.

De resultaten van de behandeling waren uitstekend. Complicaties van de operatie op korte of lange termijn deden zich niet voor.