Lepra in Nederland in de periode 1970-1991

To inventory the changes in leprosy epidemiology in the Netherlands.

Design

Retrospective.

Setting

Academic Medical Centre (Amsterdam) and University Hospital Dijkzigt (Rotterdam), the Netherlands.

Method

The medical records of all new leprosy patients in the period 1970-1991 were analysed.

Results

Between 1970 and 1991, 622 new leprosy patients were registered; 371 men (59.6) and 251 women (40.4). Most patients came from Surinam (73.3) and Indonesia (7.2). The mean time lapse between onset and treatment in the Netherlands was 10.1 years. Switching from monotherapy to combination therapy (1979) had no effect on the incidence of reversal reactions (cellular hypersensitivity in immunologically unstable patients), but did affect the incidence of erythema nodosum leprosum during the treatment.

Conclusion

Leprosy in the Netherlands is an imported disease, mainly from Surinam. The main advantage of combination therapy is the shortened duration of treatment. The treatment of choice is the one recommended by the WHO, the combination therapy with rifampicin administration once a month, because of the few adverse effects.

Samenvatting

Doel

Inventarisatie van de epidemiologische veranderingen in Nederland met betrekking tot lepra.

Opzet

Retrospectief.

Plaats

Academisch Medisch Centrum te Amsterdam en Academisch Ziekenhuis Dijkzigt te Rotterdam.

Methode

Van alle nieuwe leprapatiënten die zich in de periode 1970-1991 bij bovengenoemde ziekenhuizen meldden, werden de medische gegevens geanalyseerd.

Resultaten

In de periode 1970-1991 werden 622 nieuwe leprapatiënten geregistreerd; 371 mannen (59,6) en 251 vrouwen (40,4). De meeste patiënten waren afkomstig uit Suriname (73,3) en Indonesië (7,2). Het aantal jaren tussen het begin van lepra en het begin van de behandeling in Nederland bedroeg gemiddeld 10,1. Het overgaan van monotherapie op combinatietherapie (in 1979) had geen effect op het optreden van ‘reversal’-reacties (cellulaire hypersensitiviteit bij instabiele immunologische status), wel op het vóórkomen van erythema nodosum leprosum tijdens de behandeling.

Conclusie

Lepra komt in Nederland uitsluitend voor als importziekte, met name uit Suriname. Het grote voordeel van combinatietherapie is de sterk verkorte behandelingsduur. Het schema van de World Health Organization met 1 maal per maand toediening van rifampicine heeft de voorkeur: het aantal mogelijke bijwerkingen is gering.