Samenvatting
– Sinds 1985 wordt in Nederland vrijwel geen lengte meer gemeten van de pasgeborene vanuit het idee dat het kortdurend strekken van knieën en heupen nadelig zou zijn voor de heupontwikkeling van pasgeborenen. Die vrees lijkt ongerechtvaardigd.
– De lengtemeting van de pasgeborene geeft informatie over de gezondheidstoestand in het algemeen en heeft een voorspellende waarde voor de volwassen lengte van het individu.
– Een disproportie van lengte ten opzichte van het gewicht dan wel een kleine lengte voor de duur van de zwangerschap zonder inhaalgroei kan een indicatie zijn van andere onderliggende pathologische afwijkingen.
– Als regel zouden alle kinderen direct na de geboorte moeten worden gemeten en zou de lengtemeting opnieuw in het verpleegplan opgenomen moeten worden.
– Met goede instructie kan de meting met voldoende nauwkeurigheid worden uitgevoerd.
– Bij baby’s die in onvolkomen stuitligging zijn geboren, dient de lengtemeting circa een week te worden uitgesteld.
Ned Tijdschr Geneeskd 2005;149:632-6
Reacties