De eGFR neemt geleidelijk af met de leeftijd. Ouderen die verder gezond zijn kunnen dus de diagnose ‘chronische nierinsufficiëntie’ krijgen, omdat bij deze diagnose een vaste afkapwaarde voor de eGFR wordt gehanteerd. Is dat reden om die afkapwaarde leeftijdsafhankelijk te maken?
De komende jaren zal er een aanzienlijke toename zijn van patiënten met nierfalen door de toename van hypertensie en diabetes mellitus. Aangezien de nierfunctie fysiologisch afneemt met de leeftijd, zal het aantal mensen met nierfalen ook door de vergrijzing verder toenemen. Een geschatte glomerulaire filtratiesnelheid (eGFR) van < 60 ml/min per 1,73 m2 of albuminurie gedurende minimaal 3 maanden wordt beschouwd als chronische nierinsufficiëntie. De meeste ouderen (≥ 65 jaar) met deze mate van nierfunctieverlies zullen echter weinig tot geen klachten hebben, en aan een andere oorzaak komen te overlijden.1
Vorig jaar verscheen een onderzoek naar de vraag of bij het vaststellen van chronische nierinsufficiëntie rekening moet worden gehouden met de leeftijd van de patiënt.2 De auteurs van dat artikel, waarvan een beknopte weergave elders in het NTvG staat (D6412), concluderen dat ouderen met een lichte nierinsufficiëntie (eGFR 45-60 ml/min per 1,73 m2 zonder albuminurie) geen…
Reacties