Leeftijd bij neonatale screening en geboortegewicht

Klinische praktijk
P.H. Verkerk
J.G. Loeber
S.P. Verloove-Vanhorick
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1992;136:2013-4

Vroegtijdige behandeling van fenylketonurie (PKU) en congenitale hypothyreoïdie (CHT) kan irreversibele schade aan het centrale zenuwstelsel voorkomen. Sinds 1974 wordt daarom in Nederland op PKU en sinds 1981 op CHT gescreend. Om vroegtijdig te kunnen behandelen is het belangrijk dat de screening zo spoedig mogelijk na de geboorte plaatsvindt. Omdat het enige tijd duurt voordat bij patiënten met PKU het fenylalaninegehalte in het bloed voldoende gestegen is, heeft men in Nederland gekozen om de hielprik te verrichten op de 6e, 7e of 8e levensdag, waarbij de geboortedag als dag 0 geldt.1

In de praktijk wordt de hielprik in ongeveer één derde van de gevallen later afgenomen dan aanbevolen. Hoewel vanuit de Landelijke Begeleidingscommissies hieraan reeds aandacht is besteed in verscheidene op de doelgroep gerichte tijdschriften,2-4 is nog geen verbetering opgetreden.5 Bij sommige clinici zou er een neiging bestaan om de hielprik bij kinderen met een laag geboortegewicht…

Auteursinformatie

Nederlandse Organisatie voor Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek, Nederlands Instituut voor Praeventieve Gezondheidszorg, Postbus 124, 2300 AC Leiden.

P.H.Verkerk; mw.dr.S.P.Verloove-Vanhorick, kinderarts.

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieuhygiëne, Bilthoven.

Dr.J.G.Loeber, biochemicus.

Contact P.H.Verkerk

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties