Samenvatting
Bij 741 gezonde homoseksuele mannen met wisselende seksuele partners zijn bij intrede in het AIDS-onderzoek te Amsterdam bloedmonsters afgenomen en geanalyseerd op de aanwezigheid van antistoffen tegen het ‘lymphadenopathy associated virus human T-cell lymphotropic virus’ type III (anti-LAVHTLV-III). Bij 233 (31,4) van de deelnemers werden deze antistoffen aangetoond.
Uit de statistische analyse bleek dat anaal receptief seksueel contact een sterke aanwijzing is voor de aanwezigheid van anti-LAVHTLV-III. Manueel seksueel contact is daarentegen een sterke aanwijzing voor de afwezigheid van anti-LAV HTLV-III. Voor overige seksuele technieken is geen verband aangetroffen met anti-LAVHTLV-III. Twee andere aanwijzingen voor de aanwezigheid van anti-LAVHTLV-III zijn het gebruik van cannabis en nitriet. Tenslotte bleek de plaats waar men seksuele contacten heeft van ondergeschikt belang te zijn.
Reacties