Samenvatting
Na moeizame pogingen bij 2 vrouwen, 36 en 62 jaar, een centraalveneuze katheter in te brengen voor parenterale voeding ontstond bij hen na respectievelijk 32 en 10 uur benauwdheid. Deze berustte op een (spannings)pneumothorax die op eerdere röntgenfoto's niet zichtbaar was. Herstel trad op na thoraxdrainage. Men moet na het inbrengen van een centraalveneuze katheter altijd bedacht zijn op het ontstaan van een pneumothorax, die zich pas na enige tijd hoeft te manifesteren. Bij klachten van kortademigheid is hernieuwd röntgenonderzoek van de thorax geïndiceerd. Patiënten die beademd gaan worden en een centraalveneuze katheter in situ hebben, dienen nauwgezet onderzocht te worden in verband met het risico van een late (spannings)pneumothorax.
Reacties