Late gevolgen van de behandeling van kinderen met acute lymfatische leukemie

Inleiding

Verbetering van de behandelingsresultaten bij acute lymfatische leukemie – het meest voorkomende type leukemie op de kinderleeftijd – heeft geleid tot een aanzienlijke toename van het aantal kinderen dat langdurig in leven is gebleven en is genezen. Sinds 1973 bestond de behandeling in Nederland in principe uit inductiebehandeling met een combinatie van 2 of meer cytostatica (vincristine, prednison, L-asparaginase, daunorubicine (Rubidomycine) gedurende 6 weken, gevolgd door schedelbestraling met 2500 cGy in combinatie met intrathecale toediening van twee cytostatica, methotrexaat en prednisolon (Di-Adreson F); daarna werd gedurende 2 jaar onderhouds- en consolidatiebehandeling toegediend, eveneens met een combinatie van cytostatica (6-mercaptopurine, methotrexaat, cyclofosfamide, vincristine, prednison). Afhankelijk van de tumormassa ten tijde van de diagnose blijkt met deze behandeling circa 50-70 van de kinderen 4 jaar na beëndiging van de behandeling in onafgebroken eerste remissie te zijn, zodat zij geacht kunnen worden genezen te zijn van hun leukemie.

Late gevolgen van de…