Langetermijnresultaten na electieve operatie wegens coarctatio aortae en berekening van het optimale operatiemoment

To determine the actuarial survival rate after elective aortic coarctation repair 25 years to 44 years after operation, and to calculate the optimal age for this operation.

Design

Retrospective.

Setting

Academic Hospital, Department of Thoracic Surgery, Groningen, the Netherlands.

Methods

From 1948 to 1966, 120 consecutive patients underwent aortic coarctation repair. There were 87 men (72.5) and 33 women. Recent follow-up data were collected by two questionnaires: one completed with the patient and one with the family physician. The questionnaires included several demographic and current health status questions as well as questions concerning cardiac events, symptoms, and medications. Four patients could not be traced.

Results

Twenty-one patients died (17.5). Early mortality occurred in 6 patients due to surgical problems (suture rupture in 5, acute cardiac arrest in 1); late mortality in 15 patients (after a mean of 17.8 years) was predominantly due to cardiac causes. The mean follow-up was 32 years (25-44). Ninety-two patients (96.8) were in NYHA class I, 2 in class II and 1 in class III. The probability of surviving the operation for 1 year was 93, 10 years 89, 20 years 88, 30 years 81 and 44 years 73 (Kaplan Meier analysis). Multivariate analysis revealed age at operation as the only risk-increasing factor for recoarctation, late hypertension and premature death.

Conclusion

The optimal age for elective operation of aortic coarctation was 1.5 years, in order to avoid recoarctation, late persistent hypertension and premature death.

Samenvatting

Doel

Bepalen van de actuariële overleving na electieve chirurgie wegens coarctatio aortae bij patiënten met een follow-upduur van 25 tot 44 jaar en het bepalen van de optimale operatieleeftijd voor deze operatie.

Opzet

Retrospectief.

Plaats

Academisch Ziekenhuis te Groningen, afdeling Thoraxchirurgie.

Methode

Geanalyseerd werden de statussen van 120 patiënten met een coarctatio aortae die in de periode 1948-1966 chirurgisch waren behandeld; 87 mannen (72,5) en 33 vrouwen. Recente follow-upgegevens werden verzameld aan de hand van twee enquêtes, een met de patiënt en een met de huisarts, met vragen over de actuele gezondheidstoestand, cardiale gebeurtenissen, symptomen en medicatie; 4 patiënten konden niet worden getraceerd.

Resultaten

In totaal overleden 21 van de 120 patiënten (17,5); 6 patiënten (5) overleden binnen 48 uur na de operatie: 5 ten gevolge van een scheur van de aortanaad en 1 ten gevolge van een acute hartstilstand. Vijftien patiënten overleden gemiddeld 17,8 jaar (SD: 11,7) na de operatie, door cardiovasculaire aandoeningen. De follow-upduur was gemiddeld 32 jaar (25-44). Ten tijde van de recentste controle waren 95 patiënten (79,2) in leven. De gemiddelde leeftijd bedroeg 46,6 jaar (SD: 10,2; uitersten: 31-79); 92 patiënten (96,8) bevonden zich in New York Heart Association (NYHA) klasse I, 2 in klasse II en 1 in klasse III. De kans op overleving 1 jaar na de operatie bedroeg 93, na 10 jaar 89, na 20 jaar 88, na 30 jaar 81 en na 44 jaar 73 (Kaplan-Meier-berekening). Multipele regressieanalyse leverde operatieleeftijd als enige risicoverhogende factor voor recoarctatie, het ontstaan van hypertensie en vroegtijdig overlijden.

Conclusie

De geschiktste leeftijd voor electieve operatie wegens coarctatio aortae was 1,5 jaar, gelet op de kans op recoarctatie, persisterende hypertensie en vroegtijdig overlijden.