Samenvatting
De eerste in Nederland gedocumenteerde casus van een oviene Chlamydia psittaci-infectie betrof een 20-jarige vrouw in de 26e week van haar zwangerschap, die had geholpen bij het lammeren. Op de schapenboerderij was een vrij groot aantal doodgeboren lammeren. Patiënte presenteerde zich met een ernstig septisch beeld en respiratoire insufficiëntie, waarvoor opname op een intensive-careafdeling en beademing noodzakelijk waren. Patiënte herstelde uiteindelijk volledig. Het immatuur geboren kind overleed direct na de geboorte. In de placenta werd een acute intervillitis aangetroffen, waar Chlamydia-antigeen immunohistologisch werd aangetoond. Met behulp van sequentieanalyse van geamplificeerd Chlamydia-DNA uit de placenta werd bevestigd dat het een infectie met oviene C. psittaci betrof. Infecties met C. psittaci worden meestal in verband gebracht met contact met (zieke) vogels. Echter, ook zoogdieren kunnen een bron zijn, met name schapen, waarbij oviene C. psittaci een belangrijke oorzaak is van abortus en doodgeboorte van lammeren. Bij zwangere vrouwen zijn ernstige infecties door oviene C. psittaci beschreven, die gepaard gingen met een kenmerkende placentitis en meestal vruchtdood. Dergelijke infecties zijn vooral waargenomen na contact met lammerende schapen.
Reacties