Samenvatting
Doel
In kaart brengen van de prevalentie van metronidazol- of claritromycineresistente Helicobacter pylori.
Opzet
Retrospectief.
Methode
Uit de database van het Microbiologisch Laboratorium ’s-Hertogenbosch werden alle H. pylori-positieve kweken uit de periode 1998-2003 geselecteerd waarbij de gevoeligheid voor claritromycine of metronidazol was bepaald. De resistentie was bepaald met de E-testmethode met als afkappunten voor de minimaal inhiberende concentratie ≥ 2 μg/ml respectievelijk ≥ 8 μg/ml.
Resultaten
Van de 960 kweken waarbij de metronidazolgevoeligheid was bepaald, waren er 135 (14) resistent en van de 959 kweken waarbij de claritromycinegevoeligheid was bepaald, waren er 26 (3) resistent. De resistentiepercentages waren bij vrouwen hoger dan bij mannen (17 versus 12 respectievelijk 4 versus 2). Er was geen relatie tussen leeftijd en resistentie. In de loop van de jaren nam de resistentie tegen metronidazol iets af en die tegen claritromycine iets toe.
Conclusie
De prevalenties van metronidazol- en claritromycineresistente H. pylori-stammen in de regio ’s-Hertogenbosch waren dermate laag dat als eradicatietherapie bij patiënten met H. pylori-infectie de combinatie van een protonpompremmer, claritromycine en amoxicilline kan worden gebruikt zonder voorafgaande gevoeligheidsbepaling.
Ned Tijdschr Geneeskd 2005;149:2175-7
Reacties