Kwaliteit van leven meten bij elke oncologiepatiënt

Opinie
Neil K. Aaronson
Mirjam A.G. Sprangers
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2011;155:A3749
Abstract

Het is meer dan een halve eeuw geleden dat de Wereldgezondheidsorganisatie gezondheid niet uitsluitend definieerde in termen van de afwezigheid van ziekte of andere lichamelijk gebreken, maar als ‘een toestand van volledig lichamelijk, geestelijk en maatschappelijk welzijn’.1 Deze definitie heeft al in 1949 binnen de oncologie gehoor gekregen, toen David Karnofsky, een van de grondleggers van de ‘moderne’ chemotherapie en auteur van de alomtegenwoordige ‘Karnofsky performance status index’, pleitte voor meer aandacht voor de subjectieve ervaring van patiënten in het beoordelen van de effectiviteit van nieuwe geneesmiddelen tegen kanker.2 In hedendaagse termen gaat het over de ‘kwaliteit van leven’ (KvL) van patiënten.

Er is in de laatste jaren veel vooruitgang geboekt bij het vinden van manieren om de KvL van patiënten te incorporeren in klinisch kankeronderzoek. Korte, gevalideerde KvL-vragenlijsten zijn nu beschikbaar, waarvan de European Organisation for Research and Treatment of Cancer(EORTC)-‘quality of life questionnaire’(QLQ)-C30-vragenlijst en de ‘Functional…

Auteursinformatie

Nederlands Kanker Instituut – Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis, Divisie Psychosociaal Onderzoek en Epidemiologie, Amsterdam.

Prof. dr. N.K. Aaronson, socioloog.

Academisch Medisch Centrum, Universiteit van Amsterdam, Afd. Medische Psychologie, Amsterdam.

Dr. M.A.G. Sprangers, psycholoog.

Contact prof. dr. N.K. Aaronson (n.aaronson@nki.nl)

Verantwoording

Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld.
Aanvaard op 18 augustus 2011

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties