Kwaliteit van leven bij kinderen met sikkelcelziekte in de regio Amsterdam

Onderzoek
A.P. Kater
H. Heijboer
M. Peters
T. Vogels
M.H. Prins
H.S.A. Heymans
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1999;143:2049-53
Abstract

Samenvatting

Doel

Het bepalen van de verschillen in kwaliteit van leven tussen kinderen met sikkelcelziekte en gezonde allochtone kinderen.

Opzet

Beschrijvend, vergelijkend.

Methode

Bij kinderen tussen 5 en 15 jaar oud met sikkelcelziekte die onder behandeling waren in het Emma Kinderziekenhuis AMC te Amsterdam werd de kwaliteit van leven vastgesteld door middel van een vragenlijst voor ouders ‘TNO-AZL children's quality of life questionnaire’ (TACQOL-‘parent form’) indien het kind tussen 5 en 11 jaar oud was en een vragenlijst voor het kind (TACQOL-‘child form’) indien het kind tussen 8 en 15 jaar oud was. Het onderzoek vond plaats in de periode april-oktober 1998. Vragenlijsten werden ingevuld door 45 (ouders van) patiënten. De uitkomsten werden vergeleken met die in een gezonde allochtone referentiegroep. Statistische analyse werd uitgevoerd met behulp van de t-toets.

Resultaten

Kinderen met sikkelcelziekte en hun ouders scoorden significant lager bij de subschalen met betrekking tot algemeen lichamelijk, motorisch en zelfstandig functioneren en bij de subschaal aangaande het optreden van negatieve stemmingen. Er werden geen significante verschillen gevonden in de subschalen betreffende cognitief functioneren en schoolprestaties, sociaal functioneren, en het optreden van positieve stemmingen.

Conclusie

Sikkelcelziekte bij kinderen leidt tot slechter fysiek functioneren en mogelijk tot verminderd psychisch welbevinden, alsmede tot de ervaring verminderd zelfstandig te kunnen functioneren, in vergelijking met gezonde allochtone kinderen. Een verslechtering van de cognitieve en sociale aspecten van hun kwaliteit van leven werd niet aangetoond.

Auteursinformatie

Academisch Medisch Centrum (AMC), Postbus 22.660, 1100 DD Amsterdam.

Locatie Emma Kinderziekenhuis AMC: A.P.Kater, arts-onderzoeker (thans: assistent-geneeskundige, AMC, afd. Inwendige Geneeskunde); mw.dr.H.Heijboer en prof.dr.H.S.A.Heymans, kinderartsen; mw.dr.M. Peters, kinderhematoloog.

Afd. Klinische Epidemiologie en Biostatistiek: dr.M.H.Prins, internist.

TNO Preventie en Gezondheid, Leiden.

Dr.T.Vogels, psycholoog-onderzoeker.

Contact mw.dr.H.Heijboer

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties