Tot voor kort werd de effectiviteit van kankertherapieën uitsluitend geëvalueerd aan de hand van klinische uitkomstmaten, zoals tumorrespons, algehele of ziektevrije overlevingsduur, en de mate waarin symptomen onder controle werden gehouden. Hoewel dergelijke uitkomstmaten een centrale rol bij de evaluatie van kankertherapieën zullen blijven spelen, wordt in toenemende mate erkend dat men ook de invloed van kankerbehandelingen op de functionele, psychologische en sociale gezondheid van de patiënt op een systematische wijze moet nagaan. Zo werd gepleit voor de integratie van dergelijke uitkomstmaten met betrekking tot de kwaliteit van leven in klinisch kankeronderzoek door prominente klinischetrialgroepen in Europa,1 en Noord-Amerika,2 door de Amerikaanse Food and Drug Administration (FDA)3 en door de farmaceutische industrie.4
Daarmee is de vraag of kwaliteit van leven gemeten moet worden in de context van een klinische trial verschoven naar de vraag wanneer men voor deze meting moet kiezen. Vanwege de beperkte patiëntenaantallen is…
Reacties