Samenvatting
Doel
Nagaan of de achterblijvende lengtegroei bij boslandcreoolse kinderen in Suriname verband houdt met een absoluut gebrek aan voedsel, dat wil zeggen een energietekort, dan wel een tekort aan eiwit in het voedsel.
Opzet
Descriptief.
Methode
In de dorpen Dan en Botopasi werden kinderen van 2 scholen in de leeftijd van 2-5 jaar en hun moeders onderzocht. Groei tijdens het eerste levensjaar, duur van de borstvoeding, leeftijd van starten en samenstelling van de bijvoeding en actuele voedingstoestand van moeder en kind werden bepaald.
Resultaten
In het onderzoek werden 16 kinderen en hun moeders geïncludeerd. Vergeleken met de Nederlandse groeicurven was het geboortegewicht significant verlaagd (p = 0,03). Na de leeftijd van 6 maanden was er een afbuiging in de gewichtstoename (p = 0,018). Van de 16 kinderen kregen 5 eiwitarme bijvoeding, hetgeen niet had geleid tot een correctie in de gewichtstoename. Op de leeftijd van 2-5 jaar hadden 6 van de 16 kinderen een achtergebleven lengtegroei en was geen van de moeders en de kinderen acuut ondervoed. Van de 16 moeders hadden 5 een ‘body mass index’ > 25.
Conclusie
Er was geen absoluut tekort aan energie, gezien de actuele voedingstoestand van de moeders. Het eiwitaanbod uit bijvoeding was te laag. De achterblijvende lengtegroei bij deze kinderen kan beter verklaard worden uit een gebrek aan goed gebalanceerde bijvoeding dan door een tekort aan energie. Educatie omtrent een juiste samenstelling van het voedsel voor het jonge kind, met gebruikmaking van de lokale producten, kan dan ook van groot belang geacht worden ter preventie van achterblijvende lengtegroei.
Reacties