Samenvatting
237 spermamonsters, afkomstig van 10 instituten voor kunstmatige inseminatie met donorsperma (KID) in België en Nederland, werden onderzocht op de aanwezigheid van Neisseria gonorrhoeae, Chlamydia trachomatis, Mycoplasma hominis, Ureaplasma urealyticum, herpes simplex- en cytomegalovirus. De gevonden percentages waren respectievelijk 0, 6,3, 4,6, 35,9, 0 en 0,4. Van alle monsters bleek 40 geïnfecteerd met één of meer van deze micro-organismen. Aangezien de monsters reeds gebruikt waren, respectievelijk zouden worden voor KID-doeleinden, lijkt het op grond van de resultaten noodzakelijk sperma bestemd voor KID vóóraf te onderzoeken op seksueel overdraagbare micro-organismen, evenals de donor die bovendien hepatitis B- en (of) LAVHTLV-III kan herbergen.
Reacties