VRAAG 3. Geven de uit methacrylaatpolymeer bestaande intraoculaire lenzen problemen bij patiënten die overgevoelig zijn voor producten met (vrije) (meth)acrylgroepen, met name die producten waarin nog mono-, di- of andere prepolymeren aanwezig zijn? Het gaat daarbij bijvoorbeeld om verven, (auto)lakken, lijmen, kitten, de door tandtechnici gebruikte prepolymeren, maar ook de in de tandheelkunde gebruikte composieten, verder botkit en zelfs verbandspray.
Ook als op theoretische gronden wordt aangenomen dat bedoelde lensjes totaal geen ongepolymeriseerd materiaal meer bevatten, zouden praktijkervaringen stellig welkom zijn. Er zijn dan wellicht 3 groepen patiënten te onderscheiden, te weten:
- patiënten bij wie de overgevoeligheid voor (meth)acryl al wel bestond, maar nog niet als zodanig was herkend ten tijde van de implantatie;
- patiënten bij wie de overgevoeligheid ná de implantatie is ontstaan;
- patiënten bij wie de overgevoeligheid bekend was vóór de implantatie.
Zijn er eventuele alternatieve materialen voor intraoculaire lensjes beschikbaar (bijvoorbeeld een polycarbonaat)?
ANTWOORD…
Reacties