Zie ook het artikel op bl. 2418.
Bij de beweeglijkheid van gewrichten speelt de kraakbeenbekleding van de botuiteinden een belangrijke rol. Hyalien kraakbeen of gewrichtskraakbeen heeft unieke histologische, biochemische en biomechanische eigenschappen die het weefsel de functie geven van stootkussen dat de krachten overbrengt naar de subchondrale botlaag en een ideaal glijoppervlak vormt met een wrijvingsweerstand van slechts een kwart van die van twee over elkaar glijdende ijsblokjes. In histologisch opzicht onderscheidt hyalien kraakbeen zich van andere weefsels door de afwezigheid van bloedvaten, zenuwen en lymfevaten. Bij lichtmicroscopie zijn 4 zones te onderscheiden:
– een oppervlakkige laag met uitgerekte cellen die zijn gerangschikt parallel aan het gewrichtsoppervlak,
– een overgangszone met plompe cellen,
– een radiale zone met ronde cellen gerangschikt in kolommen, loodrecht op het oppervlak, en – een gecalcificeerde laag die grenst aan de subchondrale botlaag.
Chondrocyten zijn slechts schaars aanwezig en lijken metabool weinig actief. De matrix…
Reacties