Samenvatting
Doel
Bepalen van de kosteneffectiviteit van 4 strategieën ter preventie van neonatale infectie met groep B-streptokokken (GBS).
Opzet
Kosteneffectiviteitsanalyse.
Methode
Er werd een modelstudie uitgevoerd waarin de effecten en de kosten van intrapartale antibioticaprofylaxe (IAP) volgens de richtlijn van de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) en de Nederlandse Vereniging voor Kindergeneeskunde (NVK) (IAP in geval van de risicofactoren koorts, bacteriurie door GBS of een eerder kind met GBS-besmetting, en IAP in geval van de risicofactoren premature partus en langdurig gebroken vliezen na de uitslag van de kweek of op basis van het klinische oordeel van de arts) werden vergeleken met de effecten en de kosten van een risicostrategie (direct IAP bij elk van de 5 genoemde risicofactoren), een screeningsstrategie (screening en vervolgens IAP bij vrouwen met GBS of met een onbekende GBS-status) en een combinatiestrategie (screening en vervolgens IAP bij vrouwen met GBS en een risicofactor en bij vrouwen met een onbekende GBS-status en een risicofactor) voor een hypothetische cohort van 200.000 barende vrouwen.
Resultaten
De risicostrategie zou 352 gevallen van perinatale GBS-besmetting voorkomen voor ongeveer 5 miljoen euro; dit resulteerde in een kosteneffectiviteitsratio van € 7600,– per gewonnen ‘quality-adjusted life year’ (QALY). De combinatiestrategie gaf vergelijkbare resultaten. Deze strategieën domineerden de NVOG/NVK-richtlijn, die resulteerde in minder voorkómen gevallen en hogere kosten. De screeningsstrategie was het effectiefst met de preventie van 470 perinatale GBS-besmettingen, maar had gezien de aanzienlijke kosten een ongunstige kosteneffectiviteitsratio. De inzet van een ‘real time’-polymerasekettingreactie(PCR)-test durante partu in de combinatiestrategie leidde tot de gunstigste kosteneffectiviteitsratio.
Conclusie
Zowel de risicostrategie als de combinatiestrategie leek een redelijke kosteneffectiviteit te hebben in de Nederlandse situatie. Om de werkelijke kosteneffectiviteit te kunnen bepalen zal men de uitvoerbaarheid van beide strategieën in de klinische praktijk moeten vaststellen. Exploratie van alternatieve preventiestrategieën is gewenst.
Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:189-93
Reacties