Zidovudine (3‘-azido-3’-deoxythymidine, AZT, Retrovir) behoort tot de groep nucleoside-analogen, die in het begin van de jaren zestig ontwikkeld zijn op zoek naar nieuwe middelen tegen kanker.1 Zidovudine bleek hier niet effectief tegen, maar in 1974 werd aangetoond dat het middel in vitro remmend werkt op de vermenigvuldiging van het muize-retrovirus. In 1985 bleek dat zidovudine ook de replicatie in vitro kan remmen van het juist ontdekte humane immunodeficiëntievirus type 1 (HIV-1).1
Zidovudine bij AIDS
Het eerste placebo-gecontroleerde onderzoek met zidovudine vond plaats bij patiënten met het verworven immunodeficiëntiesyndroom (AIDS) en ‘AIDS-related complex’ (ARC) en werd in 1987 gepubliceerd.2 Na een gemiddelde follow-up-duur van 4 maanden waren 1 van de 145 zidovudinegebruikers en 19 van de 137 placebogebruikers overleden. Ook het aantal nieuwe opportunistische infecties in de zidovudinegroep was statistisch significant lager dan in de placebogroep. Het aantal bijwerkingen, met name bloedarmoede en neutropenie, was echter hoog in…
Reacties