Klinisch denken en beslissen in de praktijk. Een patiënte met febris e causa ignota

A 75-year-old woman was admitted because of fever of unknown origin (FUO). In the year before the current admission she developed myalgias and was treated for polymyalgia rheumatica with low-dose prednisone. Her complaints persisted and prednisone was discontinued. Five months before the present admission she developed fever (37.7-38.9°C), malaise, fatigue and occipital headache. Laboratory tests showed an elevated erythrocyte sedimentation rate (98 mm in the first hour) and a severe hypochromic, slightly microcytic, anaemia. Although a recent temporal artery biopsy was negative, a second biopsy was taken which showed giant cell arteritis. The patient was treated with high-dose prednisone (60 mg daily) and made a full recovery. It is emphasized that temporal arteritis is a common cause of FUO in the elderly.

Opzet van dit artikel

De ziektegeschiedenis wordt beschreven zoals die zich in de praktijk heeft voorgedaan. Ook het commentaar dat aan een ‘ervaren clinicus’ (die niet bij de patiënt was betrokken) werd gevraagd, is onveranderd weergegeven. Het gaat om de didactische waarde van de praktijksituatie.

ziektegeschiedenis

Patiënt A, een 75-jarige vrouw, werd opgenomen op de afdeling Algemene Interne Geneeskunde van ons ziekenhuis vanwege febris e causa ignota (febris e.c.i.). Patiënte had sinds 5 maanden een verhoogde lichaamstemperatuur. 's Ochtends bedroeg deze 37,7°C en 's avonds 38,9°C. Patiënte klaagde over hoofdpijn, moeheid en duizeligheid, met name na inspanning, en zag daarbij ‘zwarte vlekken voor de ogen’. De hoofdpijn was gelokaliseerd in het achterhoofd en straalde uit naar de nek en de slapen. Zij had een redelijke eetlust en haar gewicht was stabiel.

Patiënte werd ruim een jaar voor de huidige opname aan beide ogen geopereerd vanwege cataract. Enkele maanden later, bijna…