Klein leed

Wim
Wim Opstelten
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 2023;167:B2213

artikel

Wintertenen, schimmelnagels, snijwonden, wratten… allemaal aanstichters van klein leed. Steevast iedere dag komen die alledaagse kwaaltjes voorbij op het spreekuur van de huisarts. Ze kunnen niet in de schaduw staan van de grote en vaak dramatische oncologische en cardiovasculaire pathologie, maar al dat kleine leed tezamen vormt toch een aanmerkelijk groot nationaal ongemak.

Sommige kwalen gaan snel en vanzelf over, andere kunnen zonder ingrijpen lang doorzeuren. Vaak is het beleid het resultaat van jarenlange ervaring, zonder stevige wetenschappelijke basis. En áls er dan onderzoek plaatsvindt, contrasteren de resultaten niet zelden verrassend met de tot dan toe gangbare praktijk. ‘De meest voorkomende gezondheidsproblemen worden het minst onderzocht,’ stelde het Nederlands Huisartsen Genootschap al enkele decennia geleden. Het vroeg hiermee aandacht voor meer wetenschappelijk onderzoek. Inmiddels is er de Nationale Onderzoeksagenda Huisartsgeneeskunde en ZonMw stelt jaarlijks subsidie beschikbaar voor onderzoek van alledaagse ziekten. Het is aan alle huisartsen om zoveel mogelijk mee te werken aan die onderzoeken om zodoende de zorg voor onze patiënten te verbeteren.

‘Menig huisarts voelt zich onzeker als het scalpel in beeld komt’

Menig huisarts voelt zich echter wat onzeker wanneer een behandeling meer vraagt dan praten, pillen en geduld. Hoewel handelingen met naald of scalpel in de opleiding meestal wel zijn onderwezen en gepraktiseerd, roepen ze in de praktijk soms toch aarzeling op. Een eenvoudige snijwond kunnen we allemaal wel hechten, en een neustampon inbrengen ook nog wel. Maar injecties in gewrichten (D6842)? Chirurgisch ingrijpen bij een ingegroeide teennagel (D7261)?

Onzekerheid leidt al snel tot minder doen, waardoor ervaring en bekwaamheid nog verder afnemen. Het roept de vraag op of iedere huisarts wel alle verrichtingen moet beheersen (D7272). Zeker niet, lijkt me. Er zijn immers praktijken waar het aanbod van bepaalde indicaties zo laag is, dat nooit enige routine bereikt kan worden. En sommige huisartsen voelen zich nu eenmaal niet zo’n doener.

Maar alle huisartsen zouden – binnen de grenzen van hun bekwaamheid – ernaar moeten streven om zoveel mogelijk kleine verrichtingen te doen in de eigen praktijk. Het is goed voor de kostenbeheersing binnen onze gezondheidszorg, voor de patiënttevredenheid, maar vooral ook voor ons werkplezier. Af en toe een spreekuur laten ontregelen door een flinke kniewond kan een prettige afwisseling geven, wat heel goed kan bijdragen aan het welzijn van de dokter (D7293).

Auteursinformatie

Contact Wim Opstelten (w.opstelten@ntvg.nl)

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties