Kernspinresonantie-tomografie (‘magnetic resonance imaging’, MRI) heeft zich de afgelopen jaren een belangrijke plaats verworven in de klinische diagnostiek, een positie die zich naar verwachting de komende jaren nog verder zal versterken. MRI is non-invasief, maakt geen gebruik van ioniserende straling, geeft een groot contrast tussen verschillende zachte weefsels, biedt de mogelijkheid van willekeurig georiënteerde scan-vlakken en is vrij van schadelijke bijwerkingen. Als diagnostische modaliteit is MRI in het bijzonder succesvol gebleken op het gebied van de hersenen, de wervelkolom, het bewegingsapparaat en de inwendige organen.
Een bijzonderheid van MRI is dat ook stroming van lichaamsvloeistoffen ermee zichtbaar gemaakt kan worden, bijvoorbeeld die van de liquor cerebrospinalis in het ventrikelsysteem en in het centrale kanaal van het ruggemerg, maar ook die van het bloed in het hart, de aders en de slagaders. Men spreekt in dit verband wel van kernspinresonantie-angiografie (‘magnetic resonance’-angiografie, MRA). Faciliteiten voor MRA zijn tegenwoordig vrijwel standaard op…
Reacties