Juridische aspecten van videoregistratie bij operaties

Conflict of interest: none declared. Financial support: the institutes to which the 3 authors are affiliated received financial support from the Dutch Organization for Scientific Research (NWO) for this study.

Video registration in hospitals is becoming increasingly frequent and an increasing number of surgical procedures are performed with the help of video imaging.
The Technical University of Delft is developing a safetysystem that will use video images to directly inform medical staff of technical problems during surgery so that necessary adjustments can be made in time: the digital operating room assistant.
However, the saving of video images is legally considered to be processing of personal data. Dutch privacy legislation requires that certain legal demands are taken into consideration.
From legal point of view three situations can be distinguished where video images are being used: (a) as an essential part of treatment (endoscopic surgery, for example), (b) to enhance the quality of the procedure, and (c) for the purposes of peer assessment or education.
To whom and in which way consent has to be asked, differs per situation.
We recommend that video recordings of crucial points in the operation are included in the patient file. The same counts for incidental findings or complications if, according to the standard of a good caregiver, this is necessary for the further treatment of the patient.
In addition to the doctor and the patient, in certain circumstances, access to the video recordings may also be granted to the Health Care Inspectorate and, to the Public Prosecutor.
Covert video recording of an employee is a breach of privacy and essentially punishable by law. Video recordings may not themselves be used to assess the performance of the surgeon involved.

Samenvatting

Videoregistratie in het ziekenhuis komt steeds vaker voor en het aantal chirurgische ingrepen met behulp van videobeelden groeit.
De TU Delft ontwikkelt een bewakingssysteem dat met behulp van videobeelden het medisch personeel direct informeert over technische problemen tijdens de operatieve ingreep, zodat tijdig kan worden bijgestuurd: de digitale operatieassistent.
Zodra videobeelden worden opgeslagen, is in juridische zin sprake van verwerking van persoonsgegevens. Op basis van de privacywetgeving dient voor de omgang hiermee voldaan te worden aan een aantal door de wet gestelde eisen.
Het gebruik van videobeelden kan vanuit juridisch oogpunt in 3 situaties onderscheiden worden: (a) als essentieel onderdeel bij de behandeling (bijvoorbeeld bij endoscopie), (b) ter bevordering van de kwaliteit van de ingreep en (c) bij intercollegiale beoordeling of onderwijs.
Aan wie en hoe toestemming voor de registratie moet worden gevraagd, verschilt per situatie.
Aanbevolen wordt om videobeelden van cruciale operatiemomenten op te slaan in het patiëntendossier. Dit geldt ook voor toevalsbevindingen of complicaties, indien dit uit oogpunt van goed hulpverlenerschap wenselijk is voor de behandeling van de patiënt.
Naast de arts en patiënt kunnen onder omstandigheden de Inspectie voor de Gezondheidszorg en het Openbaar Ministerie toegang krijgen tot de videobeelden.
Heimelijke videoregistratie van de werknemer levert schending van de privacy op en is in principe strafbaar. Videobeelden mogen niet worden gebruikt voor de beoordeling van het functioneren van de betreffende operateur als zodanig.

Artikelinformatie

3 augustus 2011

Citeer dit artikel als

Ned Tijdschr Geneeskd. 2011;155:A3487

Vakgebied

Chirurgie

Auteursinformatie

Universitair Medisch Centrum Groningen, sectie Gezondheidsrecht, Groningen.

TU Delft, Faculty of Mechanical Engineering, Delft.

Dr. J.J. van den Dobbelsteen, onderzoeker.

Contact mr. C.B. Blaauw (c.b.blaauw@med.umcg.nl)

Verantwoording

Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: de instellingen waaraan de 3 auteurs verbonden zijn ontvingen financiële steun van NWO ten behoeve van dit onderzoek.
Aanvaard op 22 juni 2011