Samenvatting
-
Op de kinderleeftijd kunnen zindelijkheidsproblemen optreden. De richtlijn geeft professionals in de jeugdgezondheidszorg (JGZ) aanbevelingen voor het voorkómen, vroegtijdig signaleren en behandelen van deze problemen.
-
Als preventieve maatregel moet bij kinderen van 18-24 maanden aandacht zijn voor zindelijkheidstraining.
-
Bij onzindelijkheid is het belangrijk een anamnese af te nemen en lichamelijk onderzoek te verrichten.
-
Bij kinderen ouder dan 5 jaar die onzindelijk zijn voor urine luidt het advies: opnemen, een kalender met beloningssysteem, plaswekker of mictiedagboek; kinderen ouder dan 8 jaar kunnen een droog-bedtraining volgen.
-
Bij incontinentie voor feces is vaak sprake van obstipatie. Incontinente kinderen met obstipatie krijgen adviezen over een normaal eet- en beweegpatroon. Als dat geen succes heeft, worden laxantia voorgeschreven.
-
Verwijzen vanuit de JGZ is nodig bij aanwijzingen voor een onderliggende aandoening, bij kinderen ouder dan 5 jaar die overdag nat zijn, ’s nachts incontinent zijn voor feces of incontinent zijn voor feces zonder obstipatie. Ook bij persisterend bedplassen, fecale incontinentie ondanks begeleiding en voor het voorschrijven van medicatie is verwijzing nodig.
Reacties