Invloed van bestaande oogafwijkingen op de uitoefening van beroep en op vrijetijdsbesteding; epidemiologie en preventie van ongevallen

Klinische praktijk
P.T.V.M. de Jong
Citeer dit artikel als
Ned Tijdschr Geneeskd. 1987;131:2243-6

Invloed van oogafwijkingen op uitoefening van beroep en hobby

Voor een aantal categorieën personen zijn oogheelkundige keuringseisen vastgesteld, nl. overheids- en spoorwegpersoneel, vliegers, zeevarenden en mensen die aan het gemotoriseerde verkeer deelnemen. Hierover bericht Polak in dit tijdschriftnummer.1 Daarnaast bestaan er bedrijfskeuringen, maar er is voor zover mij bekend geen Nederlandse literatuur waarin duidelijke richtlijnen voor beroepsbeoefenaren zijn weergegeven. Deze bestaan wel in het Frans en Duits.23 Bij de beoordeling of iemand voor een bepaald beroep een adequaat gezichtsvermogen heeft, zal men zich doorgaans oriënteren over de gezichtsscherpte veraf en dichtbij, gezichtsveldafwijkingen, de aanwezigheid van binoculair dieptezien en over het kleuronderscheidings- en donkeradaptatievermogen. Contrastzien speelt soms ook een rol, maar daarvoor zijn nog maar enkele tests voorhanden.

De tendens lijkt aanwezig om steeds hogere visuele eisen aan personen te stellen, ofschoon onvoldoende in de praktijk is uitgezocht of dit werkelijk geïndiceerd is. Daar de genoemde visuele functies…

Auteursinformatie

Oogziekenhuis, tevens afd. Oogheelkunde van'de Erasmus Universiteit, Schiedamse Vest 180, 3011 BH Rotterdam.

Prof.dr.P.T.V.M.de Jong, oogarts.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties