Invloed op de gezondheidszorg van publicaties van nationale onderzoeksgroepen

Nieuws
H.C. Walvoort
Download PDF

artikel

Geneeskundig onderzoek wordt veelal gefinancierd door overheidsgelden of door gelden van collectebusfondsen. De onuitgesproken verwachting is dat de verkregen onderzoeksresultaten de nationale gezondheidszorg ten goede komen. Grant et al. probeerden vast te stellen of dat in het Verenigd Koninkrijk (VK) inderdaad het geval was.1 Zij verzamelden 15 richtlijnen voor klinisch handelen. De bijdrage van wetenschappelijk onderzoek aan kennis wordt veelal afgemeten aan het aantal en de ‘impact’ van gepubliceerde artikelen. De auteurs zochten naar andere impact: zij gingen na op welke wetenschappelijke bewijzen de richtlijnen waren gebaseerd. De onderwerpen van de richtlijnen liepen sterk uiteen, bijvoorbeeld: eerstelijnsbeleid bij volwassenen met astma, omgaan met dreigende gewelddadigheid, verbeterde zorg voor patiënten met een maligne glioom, acetylsalicylzuur bij de secundaire profylaxe van vasculaire ziekte in de eerste lijn, eerste aanpak bij menorragie.

In totaal werden in de richtlijnen 2501 artikelen aangehaald, waarvan 82 (2043) uit onderzoekstijdschriften. Van deze artikelen konden de auteurs er 1761 (86) in de bibliotheek terugvinden. De mediane tijd tussen publicatie van deze artikelen en de richtlijnen was 8 jaar; 25 van de artikelen was meer dan 10 jaar oud. De auteurs van de aangehaalde onderzoeksartikelen waren vooral afkomstig uit de Verenigde Staten en het VK. Het aandeel van de VK-artikelen (25) was groter dan het VK-aandeel in de biomedische literatuur als geheel (10). Bij de aangehaalde literatuur ging het meestal om tijdschriften voor klinisch-observationeel of klinisch-experimenteel onderzoek, maar die verwezen wel weer naar eerder fundamenteel onderzoek - de resultaten van dat fundamenteel onderzoek hadden kennelijk ook een weg naar toepassing in de gezondheidszorg gevonden, overigens soms pas na meerdere ‘citatiegeneraties’ (om precies te zijn: 4 generaties terug bestond 8 van de aangehaalde literatuur uit fundamentele artikelen).

De auteurs stellen vast dat de samenstellers van richtlijnen voor de Britse gezondheidszorg zich vooral baseren op Brits onderzoek (er was daarbij geen selectiebias, want de richtlijnen waren volgens regels van ‘evidence-based’ geneeskunde totstandgekomen). Een tweede conclusie luidt dat het lang duurt voordat fundamenteel onderzoek is vertaald in concrete gezondheidszorg. Ten slotte blijkt dat de impact van wetenschappelijk onderzoek op de gezondheidszorg prima kan worden nagegaan door deze toegepaste benadering: als in een klinische richtlijn wordt verwezen naar een bepaald artikel, is dat een indicatie van de klinische bruikbaarheid van het betreffende onderzoek.

Literatuur
  1. Grant J, Cottrell R, Cluzeau F, Fawcett G. Evaluating‘payback’ on biomedical research from papers cited in clinicalguidelines: applied bibliometric study. BMJ2000;320:1107-11.

Heb je nog vragen na het lezen van dit artikel?
Check onze AI-tool en verbaas je over de antwoorden.
ASK NTVG

Ook interessant

Reacties