Intrathoracaal hibernoom

Background

A hibernoma is a rare, often asymptomatic benign tumour which usually develops in adults and resembles brown adipose tissue of foetal origin. They occur most often in the thigh. Intrathoracic hibernomas are rare and often discovered incidentally. Hibernomas can infiltrate to adjacent structures.

Case description

A 29-year-old woman consulted her GP for left-sided thoracic pain. A chest X-ray showed scoliosis of the thoracic spine and a large mass. Further investigations showed a large intrathoracic soft tissue mass with compression of the right lung. Histological samples taken from an open biopsy confirmed the diagnosis of a hibernoma.

Conclusion

For the correct diagnosis of a hibernoma, histopathological analysis is always necessary. Malignant transformation or metastases have not been described in the literature. Surgical excision of the tumour is always recommended and after complete excision the prognosis for patients is excellent.

Conflict of interest: none declared. Financial support: none declared.

Samenvatting

Achtergrond

Een hibernoom is een zeldzame, vaak asymptomatische, benigne tumor. Meestal ontstaat een hibernoom pas op de volwassenen leeftijd en lijkt deze op foetaal bruin vetweefsel. De meest voorkomende locatie is het dijbeen. Intrathoracale hibernomen zijn zeldzaam en worden vaak pas per toeval ontdekt. Een hibernoom kan infiltreren in aangrenzende structuren.

Casus

Een 29-jarige vrouw kwam bij de huisarts met linkszijdige thoracale pijn. Op de thoraxfoto werd een scoliose van de thoracale wervelkolom en een groot ruimte-innemend proces gezien. Aanvullend onderzoek toonde een grote intrathoracale wekedelenmassa die de rechter long wegdrukte. Na het verrichten van een open biopsie kon de diagnose ‘hibernoom’ gesteld worden.

Conclusie

Voor een juiste diagnose van een hibernoom is altijd een histopathologische analyse nodig. Maligne transformatie of het ontstaan van metastasen zijn niet beschreven in de literatuur. Chirurgische excisie van de tumor wordt altijd aangeraden; na complete excisie hebben patiënten een uitstekende prognose.