Patiënten dienen intranasale corticosteroïden vaak niet op de juiste wijze toe en hun therapietrouw laat vaak te wensen over. Daarom moet voorlichting over juist gebruik van corticosteroïdneussprays in de praktijk net zoveel aandacht krijgen als bij inhalatiemedicatie. Dit artikel biedt handvatten daarvoor.
Samenvatting
Veel patiënten hebben moeite om behandeling met intranasale corticosteroïden langdurig vol te houden. In dit artikel geven wij adviezen over hoe de toedieningstechniek en de therapietrouw bij gebruik van corticosteroïdneussprays kan worden verbeterd.
Bespreek de therapietrouw en het te verwachten behandeleffect met de patiënt voorafgaand aan de behandeling. Licht de patiënt voor over de juiste toedieningswijze aan de hand van het protocol van de Long Alliantie Nederland. Het is belangrijk om deze toedieningsinstructie te herhalen. Spreek daarom met andere zorgverleners af wie de instructies geeft. Neem in de standaardwerkwijze ook een evaluatie op van de gebruikte toedieningstechniek.
Intranasale corticosteroïden kunnen lokale bijwerkingen geven, maar ook ernstigere systemische bijwerkingen. Neusbloedingen zijn een veelvoorkomende, niet-ernstige lokale bijwerking. Een neusbloeding is geen reden om de behandeling direct te stoppen. Beoordeel het effect van intranasale corticosteroïden na circa 6 weken. Bij onvoldoende effect kan het corticosteroïd worden gecombineerd met een antihistaminicum. Wanneer dat geen soelaas biedt, kan de patiënt vanuit de eerste lijn worden verwezen naar de kno-arts, allergoloog of kinderarts of -allergoloog.
Reacties