Samenvatting
Van 1 mei 1985 tot 1 mei 1987 werd een studie verricht naar het nut van intra-uteriene inseminaties bij 32 paren. Bij 16 paren bestond gestoorde vruchtbaarheid bij de man, bij 10 paren onbegrepen onvruchtbaarheid en bij 6 paren gestoorde vruchtbaarheid bij man en vrouw.
Het sperma werd bewerkt in het kweekmedium HAM-F10 zoals bij in vitro-fertilisatie gebruikelijk is. Acht vrouwen werden zwanger tijdens een inseminatie-periode. Spontane zwangerschappen kwamen niet voor in de groep met gestoorde vruchtbaarheid bij de man.
Bij de paren met onbegrepen subfertiliteit en bij de paren met gestoorde vruchtbaarheid bij man en vrouw kon het nut van deze behandelingsmethode niet worden aangetoond.
Reacties