Samenvatting
Doel
Nagaan of en hoe intra-uteriene groeipatronen verband houden met een moeilijk temperament op de kinderleeftijd.
Opzet
Prospectief cohortonderzoek vanaf het foetale stadium.
Methode
Foetale groeikarakteristieken van 3792 baby’s werden op verschillende momenten tijdens de zwangerschap gemeten met echografie, waardoor groeipatronen van het hoofd, de buik en de totale foetus konden worden berekend. Temperament op de leeftijd van 6 maanden werd in kaart gebracht met de ‘Infant Behavior Questionnaire-Revised’. Vervolgens analyseerden wij de relatie tussen het geboortegewicht en de intra-uteriene groei enerzijds en het temperament anderzijds.
Resultaten
Een lager geboortegewicht hing samen met hyperactiviteit en langdurige interesse in eenzelfde object, ook na correctie voor zwangerschapsduur. Factoren van de moeder zoals lengte, leeftijd, opleidingsniveau en etniciteit verklaarden deze relatie echter volledig. Verminderde intra-uteriene gewichtstoename hield verband met hyperactiviteit en verminderde troostbaarheid, maar ook deze relaties verdwenen na correctie voor moeder- en kindvariabelen. Na volledige correctie bleef alleen een verband bestaan tussen verminderde intra-uteriene gewichtstoename en een langdurige interesse in eenzelfde object.
Conclusies
We vonden slechts in beperkte mate aanwijzingen voor een onafhankelijke relatie tussen intra-uteriene groeipatronen en een moeilijk temperament bij jonge kinderen. Genetische en sociaaleconomische factoren verklaren een groot deel van de gevonden verbanden.
Reacties