Samenvatting
Doel
Onderzoeken of internetinterventies voor ouderen die zijn gericht op cardiovasculaire risicofactoren, het risico op hart- en vaatziekten kunnen verlagen.
Opzet
Systematische review en meta-analyse.
Methode
We voerden een systematische zoekopdracht uit in Embase, Medline, de Cochrane Library en CINAHL in de periode januari 1995-3 november 2014. We includeerden alle RCT’s naar internetinterventies voor cardiovasculaire risicofactoren in onderzoekspopulaties met een gemiddelde leeftijd van 50 jaar of ouder. De uitkomstmaten waren cardiovasculaire risicofactoren (bloeddruk, HbA1c- en LDL-cholesterolwaarde, gewicht, roken en lichaamsbeweging) en incidentie van hart- en vaatziekten. We voegden de onderzoekresultaten samen met ‘random-effects’-modellen.
Resultaten
In totaal voldeden 57 onderzoeken (19.862 deelnemers) aan de inclusiecriteria, waarvan 47 bruikbaar waren voor meta-analyse. We vonden in de interventiegroep een significante afname van de systolische bloeddruk (-2,66 mmHg; 95%-BI: -3,81- -1,52), diastolische bloeddruk (-1,26 mmHg; 95%-BI: -1,92- -0,60), HbA1c-waarde (-0,13%; 95%-BI: -0,22- -0,05), LDL-cholesterolwaarde (-0,06 mmol/l; 95%-BI: -0,10- -0,01) en het gewicht (-1,34 kg; 95%-BI: -1,91- -0,77), en een toename van de lichamelijke activiteit (gestandaardiseerd gemiddeld verschil: 0,25; 95%-BI: 0,10-0,39) vergeleken met de controlegroep. De behandeleffecten waren groter bij een kortere onderzoeksduur (< 12 maanden) en wanneer de internetinterventie werd gecombineerd met ondersteuning door een zorgverlener. Er was geen verschil in incidentie van hart- en vaatziekten.
Conclusie
Internetinterventies hebben een gunstig effect op het cardiovasculaire risicoprofiel, maar dit effect is bescheiden en neemt af in de tijd. Er is onvoldoende bewijs dat hiermee nieuwe hart- en vaatziekten kunnen worden voorkomen. Duurzaamheid van interventies en evaluatie van klinische uitkomsten zijn de belangrijkste aandachtspunten voor toekomstig onderzoek.
Reacties